maandag, juli 01, 2013

Proviand

Dan is doei zeggen weer niet zo leuk. Maar nooit hoi zeggen vooraf is nog veel minder leuk. Soms wil ik hoi zeggen en je in mijn mandje stoppen en mee naar huis nemen. Tussen een prei en een volkoren brood. Tussen een pot pindakaas en een pak yoghurt. Geen doei meer maar ‘HALLO, WIL JIJ MET MIJ MEE NAAR HUIS?’ en dat jij dan zegt 'ja hoor' en met je billen in mijn plastic mandje neerploft dat-ie bijna kapot breekt.

Afrekenen bij de kassa en dan op de fiets naar huis met een grote glimlach die niet meer weg te krijgen is en je dan, thuis aangekomen, in mijn voorraadkastje stoppen. Zodat ik, als ik zin heb in iets lekkers, ik de keuken in kan lopen, het kastje open kan doen en dat ik jou dan zie.

Soms moet ik dan eerst bepalen of ik echt honger heb of dat het iets anders is dan eetlust, maar je staat in mijn voorraadkastje dus ik kan zelf bepalen of ik je ga opeten of niet. Ik kan zelf bepalen hoe ik je ga klaarmaken of dat ik je gewoon puur naar binnen werk. Met mes en vork of met mijn handen. Met mijn handen door je haren en na de maaltijd een haar achter mijn kiezen vandaan trekken, maar dat vind ik helemaal niet erg.

Want oh wat heb jij het fijn daar in mijn voorraadkastje! Tussen de crackers en de rozijntjes. De pasta en de rijst en de potten augurken en bonen. De thee en de koekjes. De bloem en de miehoen en de aardappelen en het zout en de ketchup en de kappertjes. Het zal wel een beetje claustrofobisch voor je zijn daar maar dat vind je helemaal niet erg en als je heel goed je best doet dan mag je misschien verhuizen naar een plank buiten het kastje, tussen de wijnglazen en de waterkan. Dan heb je het echt goed getroffen, als je bij mij thuis op de plank staat, tussen de wijnglazen en de waterkan.