dinsdag, september 27, 2011

Sience-fiction

Ik moest maar eens gaan slapen. Maar mijn thee is nog te heet om te drinken en mijn bed koud. De film duurt ook nog uren. Tot diep in de nacht waarschijnlijk en tegen die tijd ben ik al over mijn slaap heen.

Dan blijf ik maar de hele nacht wakker en ga ik origami vouwen. Of gewoon een happertje want echte origami is veel te moeilijk voor mij, hoewel ik het wel zou kunnen leren als ik wil, denk ik. Ik denk dat ik alles wel zou kunnen leren als ik dat zou willen. Maar ik wil niet alles leren want ik heb geen tijd om al die geleerde dingen te doen. Het leven draait om keuzes.

Knackworsten? Of een gebakken eitje? Blijf ik nog langer in bed liggen of geef ik mezelf een schop onder mijn kont en sla ik die wekker dood? ‘s Avonds een vent, ’s ochtends een vent en wie een keuze maakt moet de consequenties onder ogen zien dus negeer die dikke ogen, neem een vitamine-pil en trotseer de wereld!

Slapen is voor mietjes en het klokje rond slapen helemaal. Voor zover ik weet werd alleen Guus Geluk slapend rijk en hij bestaat alleen in de Donald Duck, wist je dat nog niet? Word wakker, mongol, dit is the real World, ik wil alles van je weten, dit is geen stripverhaal! Tweeten! Aaah!

zaterdag, september 24, 2011

Zinnenprikkelend

Vannacht stond ik in een club waarbij de dansvloer zo goed als leeg was. Pijnlijk. En ongemakkelijk. Soms. Behalve als je het zelfvertrouwen van een rots hebt.

Zo ook een Marokkaanse jongen met een beetje overgewicht, en zijn vriend. Waar iedereen eerst nog riep; ‘het moet gezegd worden, ze hebben wel lol!’, ontstonden er later op de avond irritaties. Vooral met betrekking tot de ranzige versierpogingen van de ene jongen.

Volgens hem had hij een huid als een appeltje. Heel aantrekkelijk.”Nee, ik hoef niet te voelen. Ik zie het inderdaad! Mooi hoor”. Hij schudde nog even met zijn billen en knipoogde naar me. Dat ik betuttelend tegen hem praatte had de beste jongen niet door. Dat ik niet echt geïnteresseerd was had hij klaarblijkelijk ook niet door, want toen ik hem melde dat ik ‘op het punt stond om onbeleefd te worden’ zei hij verontwaardigd dat hij ‘alleen maar een kusje wilde’.

Een ander moment schoof hij aan bij mij en een clubje vriendinnen in een poging ons allen op de dansvloer te krijgen, zijn hand te pakken, hem te begeren, elkaar te berijden, onszelf vol te gieten met drank en vervolgens hevig te gaan staan zoenen met hem en elkaar en vervolgens allemaal met hem mee naar huis te gaan. En één of twee van ons met zijn vriend.

Een van de meiden keek mij aan en zei; “ken je hem?”. Ik keek haar gepikeerd aan en zei; “Nee, jij?”.
“WIJ KENNEN JOU NIET”, schreeuwde ze in zijn oor. Het leek de jongen niet af te schrikken want hij glimlachte breed en wreef over zijn borst(en). “Dan kunnen jullie me toch allemaal leren kennen!”. Hij keek rond alsof hij zich in een paradijs bevond.

Op dit moment kwam mijn liefde voor (bord)spelletjes omhoog en de alombekende zin ‘Ik pas’ kwam bij mij op. Gezien ik niet alleen was en de andere meiden het waarschijnlijk ook niet zagen zitten met deze knakker mee naar huis te gaan, voelde ik mij genoodzaakt in dit geval even voor iedereen te spreken en de held uit te hangen. Ik zei tegen hem; “Ik denk dat we allemaal passen!”.

Hij gromde naar me en knipoogde en met deze reactie besefte ik pas wat ik daadwerkelijk gezegd had. 

woensdag, september 21, 2011

Corps

Vluchten kan niet meer, wordt wel eens gezegd. Schuilen kan altijd nog wel. Onder een boom of in huis. Maar dit heeft ook niet altijd het gewenste effect. Misschien wegrennen dan? Of het negeren. Het geen blik waardig gunnen, het gewoon helemaal buiten beschouwing laten. Er niet aan denken. Het glansrijk ontkennen.

Het links laten liggen. En dan rechts gaan. Het wegwuiven, met je rechterhand. Of met links wuiven en het rechts laten liggen. Jezelf er in ieder geval aan onttrekken. Het niet willen zien. Je ogen sluiten en het aan je voorbij laten gaan. Het opzijzetten en het wegmoffelen.

Het verdoezelen, het verhullen en het toch onthullen. Het bekend maken, het stiekem aan het licht brengen maar het wel onuitgesproken laten. Het onduidelijk laten, maar het wel kenbaar laten zijn.

Stiekem een scheet laten, maar doen alsof je slaapt. Vieze hond.

dinsdag, september 20, 2011

Passé

Nee, je hoeft niet naar huis vannacht. Morgenochtend zet ik koffie voor je, en thee. En je mag niet kiezen je moet het allebei opdrinken. Ik zal de radio aanzetten en we zullen samen luisteren naar saaie ochtendprogramma’s waarin klassieke muziek besproken word en ik zal met jou mee lachen en niet zeggen dat ik het stiekem heel interessant vind.

Buiten waait het heel hard en als je weg bent stuur ik je een kaartje. Mijn buurman heeft nog postduiven dus die komen dan goed van pas. Ik hoop dat ze het nog doen.

Nee hoor, je hoeft niet naar huis vannacht. Je mag hier blijven, zodat we samen een rolletje kunnen worden onder de dekens terwijl het buiten herfst is en winter wordt en dan lente en zomer en herfst en weer winter. We zingen liedjes en we dragen een trui en de kaarsjes branden tot ze op zijn en het lontje geen functie meer heeft. De blaadjes ritselen voor mijn raam en ik maak een vlecht in je haar. Gewoon omdat dat leuk staat.

Ik geef je een hand en samen lopen we door het ganzenland. Nee, niet echt, want ik geef je een hand en ik zeg mijn naam en jij knikt en draait je om. Dááág.

zondag, september 11, 2011

Eggs & Herons

Ik kan mij fascineren voor televisieprogramma’s met titels als ‘vechten voor je leven in de baarmoeder’. Ik vraag mij altijd af hoe creatief de makers achter zo’n docu of realitysoap dan zijn, willen ze een uitzending een dergelijke titel geven.

In dit geval, waarin de verhalen van ongeboren baby’s worden uitgelicht, bleek de titel een vertaling te zijn. De Amerikaanse titel was: ‘In the womb: Fight for life’. Persoonlijk had deze titel mij meer aangesproken omdat het woord ‘womb’ een gek soort absurdistische spanning teweeg brengt in de zin. Bovendien voegt die dubbele punt halverwege ook een extra dimensie toe. Misschien had ik mij voor de Amerikaanse versie wel geïnstalleerd voor de buis op het aangegeven tijdstip.

‘Womb’ is een van die woorden dat, wanneer je het heel vaak zegt, het een heel raar woord wordt. Womb. Uitgesproken als ‘Whoemmb’. Womb, wooemb. Je moet het uitspreken met opgeblazen wangen en grote ogen en langzaam wat lucht laten ontsnappen op het moment dat je bij de ‘oe’ aankomt. Hierbij wil ik ook graag vermelden dat het geluid van de Roerdomp, een reigerachtige, een zelfde soort klank heeftt. Dit wordt als volgt omschreven: ‘De roep van de roerdomp is een laag en diep whoemp, dat doet denken aan het geluid van een misthoorn en tot op kilometers afstand te horen is’. Hiermee wordt kracht bijgedragen aan mijn eerdere uitspraak over het Engelse woord ‘womb’. Het heeft iets weg van de klank van een misthoorn en die is zeer spannend. Denk aan Sinterklaas, denk aan 'Das Boot'.

Trouwens, hoewel de Roerdomp niet zo groot is als de verwante Blauwe Reiger, is ook de Roerdomp een forse vogel. Een flinke jongen.

‘Vechten voor je leven in de baarmoeder van de Roerdomp’. Dat zou een boeiende titel zijn voor een documentaire. Vooral omdat de Roerdomp normaal gesproken geen baarmoeder heeft.

Misschien heb ik rammelende eierstokken. Maar gelukkig kan ik, als ik dat zou willen, mijn ‘ei’ kwijt op vrouwenfora met titels als ‘Rammelende eierstokken’.

donderdag, september 08, 2011

Bush-bush

Ik houd mijzelf voor dat ik op dreef ben. Dus bij deze, wil ik de lezer graag vertellen: ik ben op dreef. Beter kan niet. Pas maar op, want, als je een aap leert klimmen, gaat hij geheid met kokosnoten gooien. Ofwel, ik neem geen genoegen meer met minder. Ik wil het allemaal. Ik kan niet ophouden. Ik ben op dreef.

Ik ben iemand die altijd op zoek zal blijven naar triomf. Naar waardering. In voor- en tegenspoed. Al mijn gedragingen zijn doelbewust. Niets zal bij mij ongemerkt gaan. Ik gooi meerdere visjes uit in de hoop alles te vangen.

Ondertussen ben ik nog steeds mijn trouwe zelf met al mijn mankementen. Huiverig, nerveus en ongerust soms. Ik vind dikwijls voldoening in praten over anderen, zodat het niet voelt alsof ik zelf bij de therapeut zit en ik geef mijzelf het grootste stuk koek nadat ik het door midden heb gebroken om te delen met een kennis. Alleen mijn geliefde heeft recht op het grootste stuk.

Ik heb soms slapeloze nachten en last van flatulentie in periodes van tensie, maar ik praat nu niet over mezelf, Oh nee! Ik beschrijf een personage uit een boek. Een boek dat ik probeer te schrijven of een boek dat ik probeer te leven. Iedere dag stelt een bladzijde voor en wie het gedaan heeft is allang duidelijk voor iedereen en aan het eind komt iedereen weer bij elkaar, behalve degenen die dood zijn natuurlijk want ik geloof niet in reïncarnatie. Klinkklare onzin.

Ik geloof in limoen en in knoflook en dat reuzen bestaan en ik geloof ook in mensen met haar op plekken waar het eigenlijk niet hoort. Ik geloof ook in het veranderen van de ideeën over wat ‘normaal’ is en daarmee ben ik uiterst content met de uitvinging van het scheermesje. Ik geloof in jezelf per ongeluk snijden en ik vind het ook logisch dat mensen dan denken dat je het expres hebt gedaan. Ik geloof er in dat, nee, ik wéét, dat elke vrouw na een paar dagen jeuk krijgt aan de bikinilijn en dat het zelfs pijn doet als er kanten ondergoed tegenaan scheurt tijdens het lopen. Ik kan mezelf voor mijn kop slaan dat ik een vrouw ben die zich bezig houd met krullend haar in haar broek.

Ik pak een post-it en ik schrijf erop ‘Ik mis je’ en ik stop het in mijn mond. Het papier is taai en smakeloos en smaakt naar plastic en het duurt lang voordat ik het propje doorgeslikt heb.

Maar het is weg. En nu ben ik op dreef. Wil je een aap, dan krijg je een aap.

woensdag, september 07, 2011

De tijd van de maand

Vannacht droomde ik van Texel.

Ik liep over het winderige strand en daar lag een bruine laars. Ik zag direct dat het geen gewone laars was, van jou of van mij. Nee, deze laars was die van een reus. Groter dan maat boot. Groter dan de boten op zee. Ik kon dan ook niet om deze laars heen. Hij versperde mijn pad en dat terwijl het eb was.

Ik liep dichter naar de laars toe en zag tot mijn grote verbazing dat de laars niet van leer was. Het bleek pure chocolade te zijn. Ik keek om mij heen. Er was niemand op het strand te zien. Ik hield mijn neus tegen de laars en rook de sterke lucht van cacaobonen. Ik drukte er met mijn wijsvinger tegenaan en hoorde een hard krakend geluid. Van schrik deed ik een stap achteruit.

In de laars zat nu een barst en op de plek waar ik mijn vinger had gezet zat nu een klein gaatje. Ik keek achter me. Ik keek naast me. Ik keek op zee. Nog steeds niemand te bekennen. Ik zette mijn wijsvinger in het gaatje en brak een stukje af.

Het stuk was zo groot dat het niet in mijn mond paste. Ik werkte het gulzig weg en de chocola zat overal op mijn gezicht behalve in mijn mond. Ik verslikte me bijna in een chocoladeschilfer en even was het over met me en leek het alsof ik in eenzaamheid zou sterven op het Texelse strand bij paal 28 maar gelukkig hoestte ik het op, op het moment dat mijn gezicht paars begon te worden.

Toen ik het stuk opgegeten had en mijn buik ineens zo rond was als die van een circusdirecteur, zag ik dat ik zo veel chocolade had opgegeten dat er een opening in de laars zat, groot genoeg om in te kruipen. Ik bukte en de knoopjes van mijn broek sprongen open. Ik verdween in het donkere gat.

In de laars vond ik allerlei soorten chocola. Melkchocolade met zachte caramel erin als ik erin beet, 99% pure chocola, zo zwart als roet en witte chocolade met crispies, ook al is witte chocola geen echte chocola. Tegen de muur stonden huizen gebouwd van pakjes chocomel en in plaats van een blauwgrijze zee was er een zee van warme chocolademelk met wolkjes slagroom die erboven zweefden. Overal stonden rieten manden vol met cacaoboontjes waarin ik mijn handen liet verdwijnen en er waren mooie mannen in speedo´s die bounty´s stonden uit te delen.

Ik liet mij vallen op een zachte berg chocoladevlokken met mijn ogen dicht en verdween langzaam in de massa zoetigheid met op de achtergrond de bombastische muziek van Bach. Ik kon nog net een koetjesreep pakken van de tafel van brokken chocolade fudge naast me.

Ik werd wakker en likte mijn lippen. Ik stond op om naar de wc te gaan. Het was diep in de nacht en het huis was stil. Slaapdronken liet ik mijn plas lopen en ineens hoorde ik geluid vanuit de keuken. Ik spitste mijn oren.

Mijn adem stokte. Zojuist had ik nog niemand gezien in de keuken. Heel zachtjes legde ik mijn hand op de deurklink. Ik hield nog steeds mijn adem in en slikte geruisloos. Met één slaperig oog keek ik door een kiertje de keuken in. Ik glimlachte.

Een kabouter haalde met ovenwanten een plaat met versgebakken brownies uit de oven. 

dinsdag, september 06, 2011

Voorrecht

“U heeft grote borsten, juffrouw!’ zei een jochie van amper zes tegen mij op mijn eerste werkdag in de kinderopvang. Ik wilde zeggen; ‘Dankjewel jongeman, de juf is daar ook heel blij mee, kan ik je vertellen’, maar in werkelijkheid moest ik hem natuurlijk aanspreken op zijn brutaliteit want dat was meer verantwoord dan hem te bedanken voor deze vleiende kanttekening. Yeah, ‘I still got it’, dacht ik bij mezelf, toen ik op de fiets zat naar huis. Ik had mij de rest van de dag een stuk zekerder gevoeld op mijn nieuwe werkvloer, ondanks dat het hebben van wel of geen borsten in deze branche natuurlijk niet van belang is. Laat staan van welk formaat ze zijn.

Kinderen zijn eerlijk en ontwapenend en ze maken me aan het lachen. Vooral als er één bloedserieus zegt; “U lijkt helemaal geen drieëntwintig juf! U lijkt meer tweeëntwintig!”. Als ik dan vraag aan het kind hoe hij het verschil dan weet tussen tweeëntwintig en drieëntwintig rent het héél hard weg. Zingend.

Mocht je psychisch ziek zijn, raad ik je ten zeerste aan om je tussen de (jonge) kinderen te begeven. Sterker nog, ik denk dat ik een nieuwe vorm van therapie ga ontwikkelen waarbij patiënten minimaal een uur in een kamer zitten met spelende kinderen.  Ik durf te zweren dat het probleem na twee à drie sessies met deze mini-mensjes is opgehelderd. Een nog beter medicijn is misschien: neem je eigen kinderen. Hoewel dit misschien weer niet voor iedereen een weldoordachte remedie is.

Bij dezen houd ik mij niet aansprakelijk voor schade aan, of verlies van eigendommen en onrechtmatige gedragen van personen ter plaatse. U heeft eigen verantwoording voor het aannemen van bovenstaand advies en is niet gerechtigd een schadevergoeding te ontvangen in geval van een negatief gewenst effect.

Dit blog stelt zich ook niet aansprakelijk voor onnozel tijdverdrijf door het lezen van dit verhaal. Moet je maar niet zo’n weetgraag zijn.