Één zekerheid die ik in ieder geval heb is dat er in mijn
hoogpolig tapijt heel veel vuil ligt. Je kunt stofzuigen wat je wilt maar
wanneer het eenmaal in gebruik is genomen, krijg je het nooit meer helemaal
schoon. Steriel niet, zoals het in het ziekenhuis zou moeten zijn om infecties
te voorkomen.
Ik draag eigenlijk nooit wit, maar vandaag droeg ik wel wit.
Klinisch wit. Alleen maar om het niet nog erger te maken dan het al is. Voorkomen
is beter dan genezen, zeg ik altijd maar. Ik ben me er bewust van dat ik deze
zin nooit hardop gezegd heb, maar ik heb het vast en zeker ergens een keer
opgeschreven. In ieder geval ben ik van plan het vanaf nu vaker te gebruiken. Bij voorbaat al, dat is gewoon een heel
mooi gegeven.
Ik besefte dat ik mijn tapijt geheel niet meer onder
controle had en oké, ik geef toe, mijn hoofd eigenlijk ook niet en ik vroeg mij
af of de ruimte die je jouw thuis noemt altijd overeenkomt met je hoofd of andersom. Net als dat honden lijken op hun baasje, of andersom.
Mijn tapijt was korrelig en kruimelig en stoffig en gelukkig
nog steeds ook heel erg enthousiast, hoor! en leergierig als het moest. En bij
vlagen had mijn hoogpolig tapijt ook nog wel ambities!
Hij had de stille wens om olympisch atleet te worden en het
deed mij dan ook spijt aan hem te moeten mededelen dat dit een vrij
onrealistische droom van hem was. En ik moest hem ook teleurstellen toen hij
mij vertelde dat hij het dan ook wel goed vond om banketbakker te worden. Het
waren vervelende gesprekken.
Toen ik ’s avonds in bed lag hoorde ik hem zachtjes snikken
en ik vroeg me af hoe ik deze vlek er nu weer uit ging krijgen.