zondag, juli 31, 2011

Vivre!

Vanochtend rook en proefde ik opnieuw de geur van de hamburger die ik, enkele uren daarvoor, bij de McDonald’s gehaald had op de weg terug naar huis. Op dit moment beloofde ik mijzelf plechtig nooit meer zoveel alcohol te nuttigen op een lege maag, dat het zou leiden tot oncharmant kokhalzen boven het toilet, met niemand om mijn haar uit mijn gezicht te houden.

Uiteraard had ik deze belofte vaker gedaan en vandaag heeft de volgende vraag mij beziggehouden; hoe komt het toch dat een individu afspraken die hij/zij met zichzelf maakt, niet kan naleven wanneer hij/zij tegenover verleidingen komt te staan? Kennis hebben van een duidelijke oorzaak met een negatief gevolg is klaarblijkelijk niet genoeg om ‘nee’ te zeggen tegen het aanbod van een zoveelste biertje van die jongen met een dikke bobbel in zijn broek, want ‘hee, die is dus gratis!’.

Los van de frustratie die een ‘kater-dag’ met zich mee kan brengen, omdat je de halve dag mist wegens een kloppend hoofd dat je met moeite rechtop kunt houden zonder scheel te kijken,  en dit probeert uit de weg te gaan door in bed te blijven liggen, brengt een dergelijke dag bij mij ook veel goeds. Rust.

Ik heb geen haast. Ik denk niet na. Ik maak me nergens zorgen over. Ik eet voor het eerst sinds tijden ontbijt op bed (al is het omdat ik acuut moet spugen als ik rechtop ga zitten), ik kijk naar Tommy teleshopping zonder me te ergeren en ik trek gewoon aan wat ik gister aan had zonder mijn kledingkast overhoop te halen op zoek naar de beste outfit, waarin ik er belachelijk goed uit zie zonder te verraden dat ik vreselijk ijdel ben.

Ik zit in de trein en luister ongegeneerd naar een gesprek van twee eerstejaars studenten van een niet al te hoog niveau en grinnik als de een tegen de ander zegt; ‘Ik wist niet dat er een opleiding bestond voor bakker worden, joh?! Ik dacht dat, dat gewoon een cursus was!’.

Ik spendeer mijn dag met het uitzitten van de uren zonder me druk te maken over het feit dat ‘je aan mijn niets hebt vandaag’. Dikke prima.

Jammer alleen van die alsmaar dikker wordende bierbuik. Misschien vanaf vandaag maar elke dag thuis blijven, nooit meer naar buiten gaan en mijn ramen beplakken met kranten. Zodat ik niet continu hoef te vechten tegen de VERLEIDINGEN VAN HET LEVEN.

vrijdag, juli 29, 2011

Retraite

In tegenstelling tot gister was het vandaag droog toen ik ’s ochtends naar buiten keek. Ik besloot de fiets te pakken naar Paal 28, om vanaf daar mijn tocht naar de vuurtoren te voet af te leggen.

Het was grijs weer, maar verrassend druk op het strand. Er werd heftig gevliegerd, gesurft (want wie wil dit nou niet me zulke golven aan de Nederlandse kust?) en er waren zelfs een paar gekken die in hun ballenknijper het grijsgroene, schuimende water in renden, om met keiharde, paarse tepels de zee weer uit te vluchten. Laat mij maar lekker mijn lange broek en mijn regenjas aanhouden.

Een uur en drie kwartier later (ik stopte om de haverklap om kiekjes je maken van al dat op het strand te zien en aangespoeld was) kwam ik aan bij de vuurtoren. Ik liep het strandpaviljoen in met een verwaaide coupe en zanderige sneakers en mengde mij tussen de (Duitse) bejaarden met fleecetruien en gezinnen aan de frietjes en appelmoes.

Zelf bestelde ik wit brood met kroketten, mijn favoriete lunch, en constateerde vrij snel dat Texelse kroketten een stuk minder appetijtelijk zijn dan die heerlijke van Dobben kroketten die mij zo lief zijn.

Ik bestelde nog een appelsap bij de bediende van mijn wijkje, want, als je echt dorst hebt, moet je appelsap drinken. Dat weet iedereen. Ik luisterde hoe opmerkelijk goed de jongen Duits sprak met mijn buurtafel. Hij was amper zestien jaar.

Later vervolgde ik mijn weg terug richting mijn startpunt, mijn fiets, gezien ik niet exact wist hoe ik een rondje kon lopen en niet bepaald zin had om te verdwalen op dit gigantische eiland.

Hoewel ik exact dezelfde weg liep (het zou mij niets verbazen als mijn voeten op precies hetzelfde punt in het zand zakten) zag het er anders uit. Er werd inmiddels niet zo heftig meer aan allerlei strandactiviteiten gedaan, de lucht was donker en het begon te miezeren.

Ik zette de muts van mijn rode regenjas op en vervolgde moedig mijn pas. Op het punt dat ik de vuurtoren achter mij niet meer zag en het strandpaviljoen van Paal 28 voor mij nog lang niet kon zien, begon het belachelijk hard te regenen.

Ik voelde mijn spijkerbroek met elke druppel nog meer vastplakken aan mijn benen en mijn schoenen vollopen met regenwater. Ik moest eigenlijk huilen van ellende, zo eenzaam, verlaten en doorweekt op het strand, maar in plaats daarvan schoot ik in de lach. Ik keek omhoog en stak mijn tong uit naar de donkere hemel en proefde, zoals in de film, de regendruppels. Mijn pony plakte vast aan mijn voorhoofd en ik voelde de mascara loslaten van mijn wimpers.

Ik begon weer te lopen. Je zou het bijna snelwandelen kunnen noemen. Ik deed aan ‘nordic walking’, maar dan zonder stokken, in de regen, in mijn eentje, op het strand. Ingepakt in mijn regenjas, mijn muts stevig aangetrokken. Ik moet er belachelijk uit hebben gezien. De rest van de dag is het niet opgehouden met regenen. Ik heb me, als vrouw, nog nooit zo onaantrekkelijk gevoeld als toen ik die middag na mijn wandeling doorweekt de supermarkt inliep.

vrijdag, juli 15, 2011

In mooie vijvers zwemmen ook lelijke vissen

Iedereen is wel eens slachtoffer. En iedereen speelt wel eens slachtoffer. Het verschil hiertussen is moeilijk te onderscheiden. Het kan namelijk zo zijn dat je daadwerkelijk een slachtoffer bent in een zekere situatie en dat je dit niet onder stoelen of banken steekt. Het liefst lul je, je vrienden de oren van hun kop en kan men niet vaak genoeg vragen hoe het nu met je gaat. Speel je dan de rol van slachtoffer, of ben je op dat moment ook degen die daadwerkelijk gered moet worden? Joost zal het vast niet weten want, wie is Joost eigenlijk?

Er zijn mensen die ‘goed’ zullen antwoorden op de vraag ‘He lul! Hoe is het?’, wanneer het eigenlijk niet zo goed gaat. En er zijn mensen die nooit zullen zeggen dat het goed gaat, wanneer het heel erg slecht gaat. Als laatst heb je ook mensen met wie het eigenlijk altijd goed gaat, maar die zijn zeldzaam. Ik ga er vanuit dat deze mensen niet zullen liegen over hun gelukzaligheid. Tenzij, deze mensen juist graag het slachtoffer spelen! Want, zeg nou zelf, als alles altijd perfect op rolletjes loopt, dan zullen je vrienden uiteindelijk niet meer vragen hoe het met je is omdat er toch geen interessante verhalen uit zullen komen! Bovendien zal waarschijnlijk iedereen jaloers zijn en zul je op den duur doodgezwegen en genegeerd worden. Maar dan heb je uiteindelijk wel een puntje waarover je even lekker kan jammeren en zeuren bij een ‘vriend’. En wie weet zul je een kop thee krijgen en een kruik en cadeautjes en massages en zal er voor je worden gekookt en afgewassen worden.

Is het niet een grote vicieuze cirkel? Als het goed* gaat, zullen er uiteindelijk wel weer dingen langskomen waardoor het minder goed gaat. Als het met jou goed gaat, zullen er altijd mensen om je heen zijn waarmee het minder goed gaat. Als het met jou niet goed gaat, voel je, je nog minder goed als jouw omringden zich juist goed voelen op dat moment. Kortom; zo blijf je bezig.

Ik weet het ook niet. Ook aan een goede visser ontglipt wel eens een aal.

*Er is geen goede definitie van het woord ‘goed’.

donderdag, juli 14, 2011

Broodnodig

Iedereen weet dat het buiten regent. Zo ook voor mijn deur. Ik heb daarom het besluit genomen om vandaag alleen voor de hoognodige dingen, mij in het herfstweer te begeven. Nu is de vraag; wat is de precieze definitie van ‘hoognodig’?

‘Hoognodig’ toiletteren, hoef ik niet uit te leggen.  Wanneer dit aan de hand is, zou ieder normaal functionerend persoon moeten voelen aan zijn blaas. En als je echt moet, voel je dit aan je complete gestel. Als je blaas vol zit kan je niet dansen, kan je niet zitten, niet staan. Als je blaas vol zit kan je niet meer helder denken. Er is geen grotere opluchting dan je plas te laten lopen op de pot vlak voor het moment dat je in je onderbroek piest. Ahhh.

Boodschappen doen is echter een dubieus geval. Hoognodig? Ik weet het niet. Mijn voorraadkastje ligt namelijk redelijk vol. Ware het niet dat dit alleen koolhydraathoudende producten zijn ( voor de leek onder ons; pasta, risotto, couscous, aardappels, brood etc.). Met dit voedsel, of met een combinatie van dit voedsel, kan ik geen complete maaltijd maken. Of eigenlijk, een smakelijke maaltijd. Een scheutje limonade zou hierbij ook niet veel goeds doen.

Hoognodig is boodschappen doen dus niet. Ik zal vandaag niet sterven van de honger. Pardon, ik moet even naar het toilet.

En dan: moet ik ‘hoognodig’ een baan zoeken? Ja, is het antwoord. Maar de zoektocht naar een baan hoeft niet direct vandaag voltooid te worden en bovendien hoef ik hier, vandaag althans, niet voor naar buiten. Dat is een hele geruststelling. Want voor mijn deur regent het nog steeds met bakken uit de hemel. Mijn houten kozijnen beginnen langzaam weg te rotten van binnen door het water dat klettert tegen de muur en langs het raam naar beneden druppelt.

Pardon, ik moet even naar het toilet.