woensdag, juni 29, 2011

Beroepsmatig handelen

Aan het einde van het fietspad steek ik keurig mijn hand uit, en sla links af. De blaadjes ritselen in de bomen en mijn zachte band dendert over de hobbelige keitjes. Ik knijp met mijn ogen want de zon drukt al gretig door de wolken heen. Ik kan weinig zien. Maar op de hoek van mijn straatje zie ik een blauwe ballon hangen aan de lantaarnpaal. Met een kaartje eraan.

Verderop in de straat zie ik een roze ballon hangen. Ook met een kaartje.

Ik herken dit tafereel natuurlijk meteen. Het gaat hier namelijk om een speurtocht. Mijn ouders hebben in mijn kindertijd menig parcours uitgestippeld, om deze vervolgens af te lopen met een dot verkleedde kinderen. Ik houd van kinderfeestjes en helemaal kinderTHEMAfeestjes. Ik kijk er naar uit helemaal los te gaan bij de partijtjes van mijn eigen koters. Ik heb al een lijstje van thema’s in mijn hoofd die ik af wil werken, ongeacht of mijn zoon of dochter zich interesseert voor deze thema's.

Terug naar de situatie bij mij in de straat. Mijn eerste gedachte was om de ballonen voor de grap weg te halen. Ik begon te gniffelen en schrok hier direct van omdat ik werkelijk waar niet begrijp hoe ik met zo een barbaars idee kan komen. Het is al niet zulk geweldig weer en dan zullen die kinderen compleet verward raken omdat de helft van de speurtocht mist. En dan te bedenken dat de ouders van de jarige jop heel Lombok zijn doorgewandeld om een goede indruk te maken bij de andere ouders. En dan zou ik dat alles verpesten! Hoe wanstaltig kan je zijn om zoiets uit te halen?! Schaam je!

Mijn tweede idee was, en dit alles speelde zich af in een fractie van een seconde, gezien ik voorbij fietste en snel moest handelen, om de speurtocht zelf te gaan lopen! Ik voelde een sprongetje in mijn buik toen ik ook nog in overweging nam een paar vriendinnetjes te vragen met mij mee te speuren. Ik stond al op het punt ze te bellen.

De pret werd al gauw bedrukt door de gedachte dat dit waarschijnlijk onmogelijk was. Voor het lopen van een speurtocht heb je negen van de tien keer namelijk nog een soort blad met cryptische aanwijzingen nodig om de expeditie daadwerkelijk te kunnen lopen. En die had ik natuurlijk niet.

Aanbellen bij de huizen waar kinderen wonen had geen zin. Lombok is groter dan je denkt en het stikt er van de nakomelingen. Ik had nog kunnen selecteren door het signaleren van vlaggetjes in de huiskamer, want een goede ouder hangt vlaggetjes op in huis als zijn spruit jarig is (zul je net zien dat deze ouders het huis niet versierd hebben). Ik besefte me ook ineens dat ik nu afgestudeerd ben en niet meer van dit soort rare acties moet ondernemen, zoals aanbellen bij mensen of ik alsjeblieft een speurtocht mee mag lopen. Dat soort dingen zijn slecht voor mijn professionele imago.

Als ik over een aantal jaren, na mijn flitsende carrière, BOM-moeder ben, maak ik een speurtocht zonder aanwijzingenblad. Zodat iedereen die wil, jong en oud, spontaan mee kan doen en zijn zorgen even opzij kan zetten.

maandag, juni 20, 2011

Blo

Op het terras van La Place, zag ik een muisje lopen. Hij speurde de grond af naar broodkruimels, het liefst met een restje kruidenkaas of honing-mosterdsaus. Zijn kraaloogjes op scherp (al kan je bij een gitzwart kraaloogje het verschil niet zien).
Ik keek naar de stoel waar het muisje van schrik onderdook toen ik keihard nieste. Ieder persoon met hooikoorts weet dat dit jaar een van de ergste jaren is en dat het onmogelijk is de controle te behouden over het tentoonspreiden van waterig snot. Het muisje kwam na een kleine tien seconden weer onder de stoel vandaan, waarna er nog een muisje tevoorschijn kwam. En nog een.
“Hier ga ik niet zitten hoor! Er lopen muizen hier”, zei een van de twee jongens, die met hun dienblad aan kwam lopen. Hun servetjes waaiden weg. “Stel je niet aan”, zei de andere jongen.
De tweede jongen had gelijk. Het is onnodig stennis te schopen over de aanwezigheid van een aantal piepkleine wezentjes, met oortjes en voetjes zo klein als de puisten op het gezicht van je puberende buurjongen. “Die beestjes zijn banger voor jou, dan jij voor hen”, kreeg ik als klein kind altijd te horen, wanneer ik vastzat in mijn kinderstoel en ik nodeloos hard begon te krijsen zodra er een vlieg op mijn tafeltje landde.
Die opmerking sloeg toentertijd weliswaar op insecten (zowel die met zes poten, als die met acht poten inbegrepen), maar hierbij stel ik dat het gaat om een beest dat, dan wel,  groter of kleiner dan jij is, wat bepaald of je bang mag zijn of niet, en dat het in die zin dus niet uitmaakt of het een knaagdier is of niet. Voor een beestje kleiner dan jij, hoef je immers niet bang te zijn. Namelijk, als het echt nodig is, heb je dit eventuele kwaad verholpen met één stamp op de grond.
Uiteraard zijn er uitzonderingen op de regel, maar welke diertjes eengevaar voor je vormen, dan wel kunnen veroorzaken dat je te overlijden komt, kan je achterhalen door veel te kijken naar zenders als National Geographic.
En ik kan je verzekeren, beste lonsdaler, dat een muisje hiertoe niet behoort.

zondag, juni 19, 2011

Geen titel

‘Je weet niet hoe het zit’ zegt hij tegen haar. Zij haalt haar schouders op en staart naar haar beeldscherm. Ze weet dat hij gelijk heeft maar ze wil het niet toegeven. Bovendien heeft ze nu wel andere dingen aan haar hoofd. Ze weet eigenlijk ook niet wat ze wil. Het liefste zou ze helemaal niets meer doen en de  komende tijd niet uit bed komen. De dekens over haar hoofd heen trekken wanneer ’s ochtends de wekker gaat. Niets ondernemen en zich niets aantrekken van anderen. Even alleen zijn.

Hij zucht en staat op. Hij wacht op een reactie van haar, want hij weet dat hij gelijk heeft. Hij weet ook dat er waarschijnlijk geen reactie van haar zal komen. Vandaag niet en waarschijnlijk nooit. De stilte die valt doet hem denken aan het moment dat hij voor het eerst alleen was in zijn studentenkamer. Ineens leek het hem toen geen goed idee meer om zijn ouderlijk huis te verlaten en de stap te nemen om zelfstandig te worden. De eerste drie weken had hij iedere minuut van de dag de radio aan om hem gezelschap te houden.

In deze kamer is geen radio en ook van buiten komen geen geluiden. Het is immers half twee ’s nachts op een doordeweekse dag en er is vrijwel niemand meer op straat. Het meisje draait de bureaustoel naar het raam en kijkt naar buiten, waar inmiddels zachte motregen naar beneden komt vallen. De jongen gaat naast haar staan en kijkt naar de grijze wolken. Samen kijken ze het donker in. Ze vragen zich af wanneer het stopt.

zaterdag, juni 18, 2011

Toekomstig professional

Laat die kabouters maar komen. Ik ben er klaar voor. Mijn dagen zo ingedeeld dat er ruimte voor hen is. Mijn hoofd zo ingesteld dat ik weet hoe ik op ze moet reageren.

Laat die kabouters maar komen. En die elfjes, of andere wezens niet van deze aardbol. Laat ze maar komen, de visioenen en de plaatjes en de klanken en de muziek. Laat die teksten en gedichten maar komen. Ik ben er helemaal klaar voor. Klaar om te produceren.

Tot nog toe komt er vrij weinig. Mijn verbeeldingskracht laat me nog een beetje in de steek, lijkt wel. Ik vond die piramide van Maslow altijd klinkklare onzin. Hoezo zou je jezelf pas kunnen ontwikkelen als je een dak boven je hoofd heb en eten hebt, en liefde en seks en gewaardeerd wordt door anderen? Iedereen heeft toch fantasie? Of je nu een lege maag hebt of niet.

Toch moet ik mijn kritische noot op de man z’n theorie voorzichtig intrekken. Ik kom er nu namelijk achter dat, inderdaad, de creativiteit zijn werk niet volledig lijkt te doen, wanneer de fysiologische behoeften niet bevredigd zijn. En dan spreek ik met name over een gebrek aan slaap.

Klaas Vaak zou eens wat beter zijn best moeten doen hier op de Billitonkade. Hij strooit klaarblijkelijk niet genoeg zand in mijn ogen. Gelukkig zit de zomer er aan te komen en zal ik het zand binnenkort zelfs tussen mijn bilnaad vinden. Maar als toekomstig professional kan ik het daar niet gebruiken.

donderdag, juni 16, 2011

Tijd voor vrijheid

Doe je veel, dan gebeurt er ook veel. Dat heb je soms met periodes. Frappant, en eigenlijk heel frustrerend, dat wanneer je niets doet, er ook niets gebeurt. En op de momenten dat je dan veel doet, gebeurt er ook meteen weer zo veel.

Ik moet van gekkigheid mijn brilletje op, terwijl ik probeer te kijken naar een mooie film op televisie.

Een mooie film kan er voor zorgen, dat al die dingen die gebeuren net even iets minder gebeuren. En een mooie film kan er voor zorgen dat je belangrijke dingen, zoals een was doen omdat je geen schoon ondergoed meer hebt, even iets minder belangrijk vindt. En een mooie film kan er voor zorgen dat je, je realiseert dat het best mogelijk is dat je ware liefde je naam roept, je naar buiten kijkt en hij je vervolgens ten huwelijk vraagt vanuit een bed vol zonnebloemen (in de film zijn het eigenlijk narcissen, maar ik houd meer van zonnebloemen).

En een mooie reclame kan er voor zorgen dat ik zelfs zin heb in een glas melk! Ook al lust ik helemaal  geen melk.


donderdag, juni 02, 2011

It's important to have a twinkle in your wrinkle

Ik kom thuis en voel mijn verbrande hoofd gloeien. Mijn jukbeenderen branden licht. De warmte van de zon die ik ‘s middags op het terras had gevoeld, zoekt nu zijn weg door mijn hele lichaam en klampt zich vast. Alsof ik het nooit meer koud zal krijgen.

Het afgelopen fietstochtje was fijn. Licht geruis door de blaadjes, zingende merels, lichte schemering. Mijn gympjes vouwen zich soepel om de trappers van mijn tweewieler en ik krijg net dat steuntje wind in de rug om snel bij de plaats van bestemming aan te komen. Thuis. Veel eerder dan verwacht. Bij mij in de straat mensen op slippers en met korte broeken aan, maar inmiddels wel met een jas erbij, want het koelt langzaam af. Maar ik heb het niet koud.

De ramen op mijn kamer hebben de hele dag open gestaan en, naast een dikke hommelkoningin uitgeput in mijn raamkozijn, is de frisse lentelucht duidelijk aanwezig. Zelfs mijn dekbed ruikt naar mooi weer en lijkt zachter te voelen dan ooit zodra ik erop neerplof.

Een kop thee op mijn dakterras, waar de tegels nog warm voelen aan mijn blote voeten. Een verdwaald vleermuisje fladdert boven mij rond en ook mijn overbuurman spot het beestje en samen kijken we ernaar, zonder wezenlijk contact te maken.

Wat een mooie dag, oma. Ik ga je missen.

woensdag, juni 01, 2011

Halfbakken

Ik heb sinds kort een abonnement op Psychologie Magazine. Een blad dat uitermate geschikt  is voor mijn persoonlijkheid, gezien ik in mijn vrije tijd (het lezen van het bad) dus toch nog nuttige informatie opsteek (de inhoud van het blad) en mijn tijd dus efficiënt gebruik in een tijd waarin dit gewenst is (de tijd die ik op deze aardbol doorbreng).

Het magazine is informatief, maar laagdrempelig  en komt soms onverwacht humoristisch uit de hoek. Gek genoeg lijken alle artikelen, net als bij je horoscoop, altijd te slaan op wat je op dat moment doormaakt. De tips over stressbestendigheid en over ‘hoe je jezelf weer kan opladen’ komen als geroepen. En het artikel dat ik las over schrijfster Karin Slaughter, waarin zij vertelt hoe zij koelbloedige moorden in haar hoofd visualiseert en deze op papier zet, kwam ook gelegen.

Toch is het vertrouwen dat ik had in het tijdschrift ten opzichte van haar geloofwaardigheid en het uitgeven van realistische onderzoeksgegevens, langzaam aan het afnemen.

Hoe vroeg ik ook naar bed ga, hoe doelbewust ik ook mijn taken afrond voordat ik naar huis ga en in beweging kom in plaats van ’s avonds op de bank neer te ploffen (precies zoals het verhaal mij aanraad); ik voel me nog steeds een vaatdoek. Een slappe zak.

Ligt dit aan mij, of ligt dit aan de waarheid die Psychologie Magazine uitdraagt? Zijn hun aanbevelingen wel gebaseerd op valide onderzoeksgegevens? Of haal ik nu mijn eigen afstuderen en ontspanning door elkaar? Daarbij twijfel ik eigenlijk ook of het adequaat handelen is geweest van de redactie een artikel over vrouwenmoordenaars in een blad te plaatsen, dat door mensen gelezen wordt die over het algemeen niet zo bestendig zullen zijn voor dergelijk soorten verleidingen, gezien zij een abonnement hebben op een blad dat inzage geeft in het doen en laten van onze bovenkamers, en hopen hier beter van te worden.

Ondanks dat ook ik momenteel houvast vind aan het blad en graag een test doe om te ontdekken waar ik me nu eigenlijk precies voor schaam, maakt niet dat ik oliedom allerlei adviezen aanneem en niet voor mezelf kan denken. Laat de psychologen daar maar niet vanuit gaan!

Ik vraag me af hoe gezond het is mijzelf bezig te houden met mijn geloof in getikte lettertjes. Ik vraag me af hoe geloofwaardig en gezond ik hiermee overkom op mijn trouwe bloglezers. Ik geloof dat ik gezond niet meer weet waar dit geloofwaardige verhaal over gaat.