zondag, december 15, 2013

Belletje lellen

Denk je het te weten, weet je het eigenlijk niet. Denk je het nooit te zullen weten, komt het eigenlijk goed. Een woord, een kans, een stap. Het lijkt allemaal maar toevallig te zijn en nooit in jouw handen geweest.

In de tram, zoeken op straat, om je heen kijken of de tijd uitzitten. Ben je een pessimist als je op een zo prettig mogelijke manier de tijd probeert door te komen? Ik probeer de tijd door te komen, op mijn best. Mijn handschoen ligt op straat en een fietser rijdt er overheen. Als ik het oppak zie ik een bandenspoor van hondenpoep over de middelvinger staan. Ik geloof dat dit toeval is en geen bewuste aanval op mijn persoonlijkheid.

Ben je een pessimist als je gelooft in dom toeval in plaats van dat alles wat je overkomt voor jou bestemd is? Ik geloof in dom toeval bedoeld voor mij, want dom is het nieuwe lot. Soms pakt dom goed uit en soms slecht. Maar slecht is nog altijd niet slecht vergeleken met mensen die hun gezondheid niet mee hebben, want wat dat betreft heb ik niets te klagen. Klagen mag sowieso niet hier in Nederland en trouwens, ik ben liever naïef dan dat ik nooit een sprankje hoop voel en als Scrooge met borsten en een kut door het leven ga. Pardon voor mijn woorden.
Ik bedoel maar te zeggen dat we, in het kader van de kerstgedachte, soms best mogen geloven in dom toeval en in handschoenen die bij elkaar passen, poep eraan of niet. Ik trap ook wel eens in de krant op mijn stoep voor de deur, om het vuur uit te maken.

woensdag, december 04, 2013

Lekker grillig

Links. Rechts. Doormidden. Door het midden. Er doorheen. Rechtsom. Iets meer links aanhouden, verstand op nul en gaan. Er voor gaan, zonder na te denken. Zonder te stoppen stap na stap nemen. Rechtdoor. Er doorheen.

Ik werd ’s nachts wakker en kon even niet meer slikken. Ik kon even niet meer ademen.  Pas toen ik het raam open zette begon mijn hart weer bloed rond te pompen. Ik dacht bij mezelf: waarom zoek ik altijd de lach op? Geef ik het nu al op? Kan ik het niet aan?

Ik liep mijn nieuwe keuken in, in mijn nieuwe huis, zonder het licht aan te doen. Ik hoefde niets te zien. Ik had geen zin om iets te zien. Ik deed alles op de tast. Ik opende het keukenkastje en greep naar een boterham en de pot pindakaas. Uit de lade haalde ik een mes, nadat ik mij pijn had gedaan aan een scherpe vork die zijn poten in mijn handpalm zette. Godver. Ik kauwde op een droge boterham met pindakaas om het slikken weer op gang te brengen en bedacht me dat ik dan aan pindakaas geen goede had gekozen.

Ik vroeg me af of ik überhaupt ooit het goede had gekozen. Had ik ooit iets gekozen? Of overkomt alles mij altijd gewoon? Rechtsom, linksom, heel hard gassen en dan later afremmen omdat het beslag legt op de zuurstofaanvoer. Heb ik gekozen rechts te gaan? Wil ik niet liever naar links? Zal ik het ooit weten?

Voor mij ligt een rotonde terwijl mij aangeraden is eens een scherpere hoek te maken. Een grillige hoek. Een spannende, gevaarlijke bocht, gelijk aan in het donker een keuken inlopen die volstaat met gevaarlijke elektrische apparatuur zoals een keukenmachine, blender en tosti-ijzer.


Ik legde mijn boterham met pindakaas onder de grill, in de hoop dat het onverwachts spannende dingen zou opleveren. 

Ik constateerde dat ik liever op een veilige weg rijd, dan een waarnaast een ravijn ligt en geen hekje is. Die boterham was namelijk echt niet te vreten.