woensdag, maart 28, 2012

Held

Als ik mijn straat in rijd op de fiets dan wordt de hele buurt wakker. Ik mag dan geen student meer zijn, maar ik heb nog wel een zogeheten ‘studentenfiets’. Een fiets die niet te mooi kan zijn, omdat je hem overal neer moet kunnen zetten en hij soms nachtenlang alleen moet kunnen vertoeven in een rekje of tegen een boom. In een straal van 2 km rondom het centraal station.

Mijn fiets zit in elkaar met tie-wraps en elastiekjes. Mijn achteropje is stuk en geen van beide lichten doet het nog. De spatborden zijn er af gebroken (lees; deels. Waardoor ik een continu geratel hoor wanneer de spaken erlangs trekken) en de remmen zijn niet echt meer je-van-het. De standaard moet ik met grof geweld terugduwen op zijn plek als ik een ritje wil maken. Soms zakt hij weer naar beneden tijdens een fietstocht waardoor ik een ritmisch getik hoor en mensen naar mij omkijken wat daar ‘in hemelsnaam aankomt’.

Het mandje dat ik voorop mijn stuur heb bevestigd schiet elke drie dagen los, mits ik er een zwaar voorwerp in plaats. Dan hangt hij gewoon scheef naar links, waardoor ik continu iets meer aan de rechterkant van het stuur moet trekken om mijn evenwicht te bewaren en niet achtereenvolgens in rondjes naar links wil fietsen. Ik begin al scheef te groeien.

Mijn fiets heeft een vieze beige, goudbruine kleur met een zwarte bagagedrager. Omdat hij niet opvalt tussen de duizenden fietsen rond het station, heb ik om de spijlen van het achterzitje een blauw/wit geruit lintje gebonden zodat ik hem sneller kan vinden tussen de vele andere lijken van ijzer. Briljant idee, al zeg ik het zelf, want het werkt als een TIET.

Dit wrak brengt me overal heen waar ik wil, even afkloppen, en hij is nog steeds niet gejat, even afkloppen. Met mijn fiets fiets ik de wereld rond en met mijn fiets ben ik onafhankelijk. Nu staat hij zielig en alleen in de koude hal beneden en ook nog eens in het pikkedonker.

Ik ga hem morgen een kusje geven. 

maandag, maart 26, 2012

Gerijpt

Je beseft dat je ouder wordt de dag dat je naast een goede vriendin van je in de auto zit. Zij rijdt en let op de weg. Jij klept en zingt mee met de radio en schuift de bijrijdersstoel naar voren en naar achteren en weer terug, als een klein kind dat voor het eerst voorin mag zitten.

Wanneer is iedereen om je heen groot geworden? Mijn hemel! ‘Later als ik groot ben, wil ik … worden’ is niet meer! Later bestaat niet! Later is nu! Het is nu aan het gebeuren of het is al gebeurd.

In het laatste geval ben je te laat en is de tijd je voorbij gevlogen. Hoewel, het nooit te laat is. Te laat voor wat? Te laat om naar bed te gaan want man O man wat heb ik een weekend achter de rug. Spontaan is altijd het leukste maar het meeste plan ik een week vooraf. Neemt niet weg dat een avond alsnog anders kan lopen dan verwacht. Voor je het weet speel je ‘Waku Waku’ met die baardmans die jou al de hele avond van top tot teen stond te bekijken vanuit een donker hoekje, doe je een ‘wie-kan-de-meeste-spekjes-tegelijk-in-zijn-mond-stoppen’-race of strik je, je veters in een dubbele knoop, vanaf het dak van het huis aan het marktplein. My Little Pony is er niets bij en dit alles bedenk ik zonder stimulerende middelen. Sex, Uggs & Rock ’n Roll.

Niet geheel ’volwassen’ om stapverhalen online te zetten. Ik zal hier dan ook niet over uitweiden. Ook al is er niets van waar. Wel wil ik graag verder ingaan op die kleine meid waarmee je vroeger de glijbaan afgleed, winkeltje speelde en toneelstukjes maakte. Diegene waarmee je op zaterdagavond pannenkoeken bakte en waar je dan bleef logeren. Waarmee je naar school fietste of zelfs waarmee je op de peuterspeelzaal zat.

Ineens woont ze samen en heeft ze een hond en praat ze over kinderen alsof ze je over een week gaat opbellen met goed nieuws. Over niet al te lange tijd staar je recht haar punani in tijdens de bevalling.

Zelfs de jongens uit de groep waarmee ik vroeger rondhing, door de straten van mijn hometown, zijn zich aan het vastleggen. ‘Het mocht wel eens tijd worden’, zei er een afgelopen weekend, het moment dat ik nog een biertje open plopte. Tijd voor wat? 

Ik zit bij haar in de auto of ik zie haar het ding doen, dat ze altijd wilde en waarvoor ze geknipt is. Hetgeen waarvan ze droomde en waar ze heel haar leven mee bezig zal zijn. Ik pink een traantje weg. Kom maar op met dat nieuwe jaar. En de komende tien. Ik hoop dat ik een schommel krijg voor mijn verjaardag. Daar maak ik altijd tijd voor.

maandag, maart 19, 2012

Universele peptalk

Goh, weet jij eigenlijk wel hoe laat het is? Het is tijd om het van je af te laten glijden. Tijd om een appel te eten en ervoor te gaan!

Zet die stoel maar weg, want je hoeft niet te zitten. Je kunt het ook gewoon staand doen, met je beide voeten op de grond. Je hoofd in de wolken en je voeten op de grond. Neem nog een glas water en slik door, die bel! Een biertje gaat er ook nog wel in. Lekkah!

Vlieg door de wereld, nee zweef, en laat die troep maar waar je het gevonden hebt. Of neem het mee, voor een deel. Poep die afvalstoffen eruit en neem al het goud met je mee. Gooi die tv anders uit het raam! Doe je nog eens wat nuttigs misschien.

Zeur niet om anderen en zeur niet om jezelf, doe alleen wat je wilt en niet wat je moet. Zing een liedje mee, ook al is het vals en kijk niet om op de weg er naar toe. Ga dingen leren en dingen doen en maak je geen zorgen om de details. Laat het zitten, vergeet het, ga ermee aan de haal. Laat het liggen, slaap er een nachtje over zou ik zeggen. Wat is zwaar en wat is moeilijk? Je komt het vanzelf tegen. Praat erover of houd lekker je mond, misschien is dat nog wel beter dan hoeven we die rotkop van jou niet steeds tegen te komen of naar je te luisteren.

Ik luister hoor, gooi alles maar op tafel. Maar vergeet niet dat een goed glas wijn al die vervelende woordjes kan doen verdwijnen. Ga naar een meeting. Doe een cursus. Ga jezelf te buiten en doe het snel, of blijf binnen de lijntjes als je, je daar prettiger bij voelt.

Het is het een of het ander, het kan niet allebei. Maak eens een keuze, verdomme, of laat het gewoon zijn beloop gaan. Ik weet het ook niet en niemand weet het, je weet het alleen zelf en jeminee kom nu eens voor jezelf op! Sla een nieuwe weg in en neem je rugzak mee, koop maar vast een backpack want oja-haa! Er komt meer!

Ga voor huisje-boompje-beestje of pak nog een goed feest. Het kan ook allebei, je hoeft niet te kiezen. Misschien moet je wel eens op tijd naar bed gaan want hoe jij nu doet is echt niet normaal. Ik zou nog even wachten met die keuze maken, tot je wat meer ervaren bent. Jij hebt echt een minderwaardigheidscomplex, daar moet je eens wat mee doen, kan ik je vertellen, anders blijf je er je hele leven last van houden.

Sluit die deur en vergeet die knakker nu eens, het is ook altijd hetzelfde met jou! Vervelend, deze situatie, kan ik je ergens mee helpen? Je kunt me altijd bellen hoor, dat weet je hé?! En doe het dan ook eens, anders heb ik deze supersonische telefoon voor piet snot. Jij moet eens lekker op vakantie gaan, joh!

Ik ben altijd bereikbaar, wil je nog een kop thee?

zondag, maart 18, 2012

Uitgespeeld

Gister vloog er een dikke merel tegen mijn raam. De knal was zo hard dat het leek alsof mijn enkel glas zou breken. Ik zag het beest niet aan komen vliegen en schrok me dan ook wezenloos toen het klonk alsof de oorlog was begonnen en uitgerekend de eerste bom op mijn huis gemikt was.

In eerste instantie begreep ik niet wat er gebeurde. Ik snelde naar het raam en keek naar buiten. Vanuit mijn ooghoek zag ik op de grond een gevleugeld creatuur heftig bewegen.

Het beestje wapperde wanhopig met zijn ene vleugel en zijn oranje snaveltje ging achter elkaar open en dicht. Zijn ene kraaloogje keek mij aan en riep om hulp.

Met mijn hand voor mijn mond stond ik erbij en keek ik ernaar. Één moment bedacht ik me om naar beneden te rennen en naar het hulpeloze beestje toe te gaan. Toen ik bovenaan de trap stond bedacht ik me dat ik niet wist wat ik ging doen als ik eenmaal op mijn knietjes bij het dier zat. Wat dan? Moest ik het oppakken? Knuffelen? Reanimeren? Toezingen?

Ik besloot om het geheel te negeren en vooral niet meer naar buiten te kijken naar het akelige tafereel dat zich op de stoep voltrok. Ik rende terug mijn kamer in en snelde automatisch meteen naar het raam.

De tranen stonden in mijn ogen toen het beestje als een hoog opgeleide danser zijn vleugels flapperde en draaide waardoor hij een kunstig soort koprol maakte. Zijn kraaloogje keek mij nog steeds aan en ik voelde me schuldig dat ik niets deed en heel cru stond toe te kijken.

Enkele seconden later werden de bewegingen van de merel steeds langzamer om uiteindelijk in stilte te eindigen. Gek genoeg belandde de vogel in de positie zoals je een dode vogel vaak vindt. Op zijn rug, zijn vleugels keurig tegen zijn lichaam aan en zijn pootjes ingetrokken. Terwijl het een halve minuut daarvoor nog een verfomfaai van jewelste was waarbij zijn vleugels alle kanten op draaiden en hij zijn acrobatische kunsten aan mijn vertoonde.

Ik belde mijn pa de vogelaar op,  om te vertellen wat er zojuist gebeurd was en dat er nu dus een dikke, zwarte, mannetjesmerel op mijn stoep voor de deur lag.

Terwijl ik hem aan de telefoon had, en dit is geen geintje, zag ik een kattenkop aan de overkant uit de struikjes komen. Het sluwe beest keek naar links en naar rechts en stak in een onverwacht hoog tempo over. Hij besnuffelde de dode vogel en greep het lijk, opnieuw met een onverwachte kracht, in zijn hals. 

Voor ik het wist was deze zojuist overleden zanger, verdwenen in de bosjes met zijn grootste vijand. Hulpeloos en alleen. Deze keer sluit ik maar niet af met een grapje want het was helemaal niet leuk. Vanochtend ben ik zelf in het topje van de hoogste boom gaan zitten en heb ik een prachtig lied gezongen voor mijn gevleugelde vriendje. 

maandag, maart 12, 2012

Hulde

Je weet niet wat het is. En niet waar het is. Of hoe het komt. Geïntrigeerd door zelfhulpboeken ga ik op zoektocht. Naar wat het is en waar het is en hoe het komt en waar ik het nu eigenlijk over heb. Waar komen mijn goede grapjes toch vandaan? En hoe komt het dat ik als kind op mijn nagels beet? Waar en wanneer heb ik het besluit genomen om te stoppen met het zijn van een ‘nagelbijter’?

‘Anders doe je dat even niet, joh’ denk ik regelmatig bij mezelf, maar ik zeg er niets van. Ik blijf beleefd en doe de Mona Lisa.

De een pakt de ruimte, de ander geeft ruimte weg. De een maakt gebruik van deze ruimte, de ander misbruik, maar ik doe er niet veel mee. Ik geef een beetje en ik neem een beetje en op sommige momenten pakt mijn ego meer dan mijn geweten eigenlijk wil en stel ook ik alles op scherp. Verder ben ik vrij beleefd en doe ik zoals het hoort.

Ik beweeg mij graag binnen de lijnen. Binnen de regels. Buiten die strepen voel ik mij ongemakkelijk en buiten mijzelf. Toch overkomt het mij ook wel eens dat ik verleid wordt te handelen buiten de kaders. Ondanks dat ik weet dat ik de dag daarna een kater heb. Waar en wanneer heb ik het besluit genomen om te stoppen met het nemen van grote risico’s en binnen mijn eigen, ongeschreven regels te blijven? Maakt dit mij saai? Maakt dit mij verstandig? Is verstandig volwassen?

Ik ben de enige zonder rijbewijs en eigen huis en waar is mijn volwassen man? Een die mij in het gareel kan houden als ik te ver weg ren en ik hem als hij enkel speciaal bier in huis haalt en geen gewoon, met de smoes ‘er is altijd wat te vieren’. Hoewel ik het daar eigenlijk wel mee eens ben. Wanneer is het gekomen dat ik eigenlijk zo lollig doe iedere dag? Waar en wanneer heb ik het besluit genomen te genieten van het leven? Wanneer hou ik nou eens op met het posten van blogs? Jezus.

woensdag, maart 07, 2012

Kindjes en windjes

Kinderen zijn klikspanen. Dit heb ik geconstateerd nadat ik het afgelopen half jaar ben omgegaan met kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf. Ze doen alles om bij jou, ‘de juf’, goed uit de verf te komen.

Soms zit er een groep kinderen in één ruimte. Ze ondergaan dezelfde activiteit, maar twee van hen misdragen zich. Ik spreek deze twee aan. Ik kijk hen aan en zet mijn lage, harde, (boze) stem op. Vanuit een hoekje in de kamer roept een snotaap ‘Maar ik deed dat niet! Hun deden dat!’. Met een geforceerde glimlach op mijn gezicht leg ik het jochie uit dat ik toch ook niet boos ben op HEM MAAR OP DIE ANDERE TWEE WAAR BEMOEI JE JE MEE KLEINE?

Kinderen komen naar je toe en zeggen ‘juf, zij kneep mij’ of ‘juf, ik mag niet meedoen van hem’. Dit gebeurt regelmatig met een beschuldigend vingertje. Het lijkt hen vrij weinig uit te maken dat dit aangewezen meisje of jongetje in de problemen kan komenm terwijl ze tien minuten daarvoor nog boezemvrienden waren en ze het weekend bij elkaar zouden gaan logeren ('wij gaan bij jou logeren, he?').

Kinderen zijn vrienden als ze dat zo afspreken. ‘Wil je met mij spelen?’. Het andere kind antwoord dan ‘ja’ of ‘nee’. Als kinderen samen spelen zijn ze vrienden. ‘Wij zijn vrienden, he?!’ roept de een dan, om de vriendschap nog even bevestigd te krijgen door de ander.

Kinderen sluiten ook andere kinderen buiten. Ze lopen hand in hand en willen geen handje geven aan een derde kind dat geen handje heeft omdat de groep kinderen uit een ongelijk aantal bestaat. De dag erna zijn de handjes weer gemixt en blijft er niemand over. Gewoon omdat dat zo uitkomt. Als er vier pionnetjes zijn bij een spel mag de juf meedoen in plaats van het vierde kindje dat ook aan tafel zit. Terwijl de juf helemaal niet mee wil doen.

Kinderen willen niet meer elkaars vriend zijn als ze bijvoorbeeld speelgoed afpakken, of als de een het laatste appeltje opeet terwijl de ander er pas één heeft gehad. Dan is het klaar. En zoeken ze iemand anders om mee te spelen.

Kindjes die laat worden opgehaald worden ineens moe en dan mag niemand meer aan het spel komen. Kindjes hebben ook nooit troep gemaakt, o nee, dat doen de juffen alleen maar! Kindjes kunnen hun eigen billen niet afvegen. Kindjes willen altijd precies hetzelfde als de andere kindjes. Kindjes kunnen niet stilzitten op hun bips, maar willen op hun knieën aan tafel zitten. Kindjes hebben bananen in hun oren. Kindjes hebben weinig geduld en kindjes maken nooit troep, onee hoor! Als het tijd is om op te ruimen moeten ze ineens heel nodig plassen!

Kindjes willen altijd allemaal de juf haar handje vasthouden.