zondag, maart 18, 2012

Uitgespeeld

Gister vloog er een dikke merel tegen mijn raam. De knal was zo hard dat het leek alsof mijn enkel glas zou breken. Ik zag het beest niet aan komen vliegen en schrok me dan ook wezenloos toen het klonk alsof de oorlog was begonnen en uitgerekend de eerste bom op mijn huis gemikt was.

In eerste instantie begreep ik niet wat er gebeurde. Ik snelde naar het raam en keek naar buiten. Vanuit mijn ooghoek zag ik op de grond een gevleugeld creatuur heftig bewegen.

Het beestje wapperde wanhopig met zijn ene vleugel en zijn oranje snaveltje ging achter elkaar open en dicht. Zijn ene kraaloogje keek mij aan en riep om hulp.

Met mijn hand voor mijn mond stond ik erbij en keek ik ernaar. Één moment bedacht ik me om naar beneden te rennen en naar het hulpeloze beestje toe te gaan. Toen ik bovenaan de trap stond bedacht ik me dat ik niet wist wat ik ging doen als ik eenmaal op mijn knietjes bij het dier zat. Wat dan? Moest ik het oppakken? Knuffelen? Reanimeren? Toezingen?

Ik besloot om het geheel te negeren en vooral niet meer naar buiten te kijken naar het akelige tafereel dat zich op de stoep voltrok. Ik rende terug mijn kamer in en snelde automatisch meteen naar het raam.

De tranen stonden in mijn ogen toen het beestje als een hoog opgeleide danser zijn vleugels flapperde en draaide waardoor hij een kunstig soort koprol maakte. Zijn kraaloogje keek mij nog steeds aan en ik voelde me schuldig dat ik niets deed en heel cru stond toe te kijken.

Enkele seconden later werden de bewegingen van de merel steeds langzamer om uiteindelijk in stilte te eindigen. Gek genoeg belandde de vogel in de positie zoals je een dode vogel vaak vindt. Op zijn rug, zijn vleugels keurig tegen zijn lichaam aan en zijn pootjes ingetrokken. Terwijl het een halve minuut daarvoor nog een verfomfaai van jewelste was waarbij zijn vleugels alle kanten op draaiden en hij zijn acrobatische kunsten aan mijn vertoonde.

Ik belde mijn pa de vogelaar op,  om te vertellen wat er zojuist gebeurd was en dat er nu dus een dikke, zwarte, mannetjesmerel op mijn stoep voor de deur lag.

Terwijl ik hem aan de telefoon had, en dit is geen geintje, zag ik een kattenkop aan de overkant uit de struikjes komen. Het sluwe beest keek naar links en naar rechts en stak in een onverwacht hoog tempo over. Hij besnuffelde de dode vogel en greep het lijk, opnieuw met een onverwachte kracht, in zijn hals. 

Voor ik het wist was deze zojuist overleden zanger, verdwenen in de bosjes met zijn grootste vijand. Hulpeloos en alleen. Deze keer sluit ik maar niet af met een grapje want het was helemaal niet leuk. Vanochtend ben ik zelf in het topje van de hoogste boom gaan zitten en heb ik een prachtig lied gezongen voor mijn gevleugelde vriendje. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten