woensdag, maart 07, 2012

Kindjes en windjes

Kinderen zijn klikspanen. Dit heb ik geconstateerd nadat ik het afgelopen half jaar ben omgegaan met kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf. Ze doen alles om bij jou, ‘de juf’, goed uit de verf te komen.

Soms zit er een groep kinderen in één ruimte. Ze ondergaan dezelfde activiteit, maar twee van hen misdragen zich. Ik spreek deze twee aan. Ik kijk hen aan en zet mijn lage, harde, (boze) stem op. Vanuit een hoekje in de kamer roept een snotaap ‘Maar ik deed dat niet! Hun deden dat!’. Met een geforceerde glimlach op mijn gezicht leg ik het jochie uit dat ik toch ook niet boos ben op HEM MAAR OP DIE ANDERE TWEE WAAR BEMOEI JE JE MEE KLEINE?

Kinderen komen naar je toe en zeggen ‘juf, zij kneep mij’ of ‘juf, ik mag niet meedoen van hem’. Dit gebeurt regelmatig met een beschuldigend vingertje. Het lijkt hen vrij weinig uit te maken dat dit aangewezen meisje of jongetje in de problemen kan komenm terwijl ze tien minuten daarvoor nog boezemvrienden waren en ze het weekend bij elkaar zouden gaan logeren ('wij gaan bij jou logeren, he?').

Kinderen zijn vrienden als ze dat zo afspreken. ‘Wil je met mij spelen?’. Het andere kind antwoord dan ‘ja’ of ‘nee’. Als kinderen samen spelen zijn ze vrienden. ‘Wij zijn vrienden, he?!’ roept de een dan, om de vriendschap nog even bevestigd te krijgen door de ander.

Kinderen sluiten ook andere kinderen buiten. Ze lopen hand in hand en willen geen handje geven aan een derde kind dat geen handje heeft omdat de groep kinderen uit een ongelijk aantal bestaat. De dag erna zijn de handjes weer gemixt en blijft er niemand over. Gewoon omdat dat zo uitkomt. Als er vier pionnetjes zijn bij een spel mag de juf meedoen in plaats van het vierde kindje dat ook aan tafel zit. Terwijl de juf helemaal niet mee wil doen.

Kinderen willen niet meer elkaars vriend zijn als ze bijvoorbeeld speelgoed afpakken, of als de een het laatste appeltje opeet terwijl de ander er pas één heeft gehad. Dan is het klaar. En zoeken ze iemand anders om mee te spelen.

Kindjes die laat worden opgehaald worden ineens moe en dan mag niemand meer aan het spel komen. Kindjes hebben ook nooit troep gemaakt, o nee, dat doen de juffen alleen maar! Kindjes kunnen hun eigen billen niet afvegen. Kindjes willen altijd precies hetzelfde als de andere kindjes. Kindjes kunnen niet stilzitten op hun bips, maar willen op hun knieën aan tafel zitten. Kindjes hebben bananen in hun oren. Kindjes hebben weinig geduld en kindjes maken nooit troep, onee hoor! Als het tijd is om op te ruimen moeten ze ineens heel nodig plassen!

Kindjes willen altijd allemaal de juf haar handje vasthouden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten