maandag, februari 28, 2011

Hakken-tenen

Wat kunnen vrouwen toch huilen.
Zet maar eens een avondje wat vrouwen bij elkaar, dan zal er geen enkele stilte vallen. Ik kan het je garanderen. Ondanks dat ik altijd wat sceptisch ben over vrouwen onder elkaar (en geen enkele man in het gezelschap) vind ik ons, mijzelf meegeteld, toch bijzondere wezens.
Fascinerend hoe wij discussies kunnen voeren tot we wee zijn van de koppen kruidenthee en achter elkaar tips uit kunnen wisselen tot er uiteindelijk een stilte valt (die komt dus nooit). We wisselen ze niet alleen uit, we leggen ze ook echt op aan elkaar alsof dat de nieuwe waarheid is. Ik denk dat de vrouw de meeste lessen haalt uit het leven zelf. Wat een mooie, pakkende uitspraak deed ik zojuist, die vast al eens eerder gezegd is.

 “Nee, je moet me niet knuffelen, anders ga ik huilen”. Voor de vrouwelijke lezers onder ons vast een herkenbare uitlating. Voor de mannen onder ons, het komt een beetje neer op het nee-niet-kietelen-ja-ga-door-principe. Ik snap maar al te goed dat niet altijd alles te begrijpen is. Op dat punt komt de man in mij even naar boven. We springen nou eenmaal van de hak op de tak en soms verzwijgen we dingen.

Maar iedereen verzwijgt wel eens dingen. Ik heb op het moment eerlijk gezegd geen geheimen want ik praat zoveel over alles dat het, werkelijk waar, mijn neus uit komt. En waar ik niet over praat schrijf ik op mijn blog. In diplomatieke, moraliserende praatjes.

En nu zet ik een punt achter dit ietwat eigenaardige blogverhaal. Ik spring van de hak op de tak.

zaterdag, februari 26, 2011

Harry

Mijn droomhuis is sindskort geen huis meer maar een boot. Een woonboot om precies te zijn.

Nu is het natuurlijk bekend dat woonboten over het algemeen vrij prijzig zijn, maar daar heb ik geen realistisch benul van dus het feit dat ik deze demotiverende veronderstelling meermalen heb gehoord, laat ik even achterwege. Bovendien, een droomhuis als in een huis, in plaats van een woonboot, is ook gewoon duur hoor.

Daarbij kijk ik al meer dan een jaar uit op het slootje hierachter en je kan mij niet wijsmaken dat die brokstukken die ter hoogte van mijn huisnummer liggen onbetaalbaar zijn. Er komt nog net geen lucht vanaf. Ik wist in den beginne niet eens zeker of er mensen woonden, totdat ik op een zekere dag een baard zag schuifelen door het wrak.

Ik vind het altijd fascinerend om te zien hoe mensen hun huis kunnen inrichten als een schuur en zich daar nog comfortabel bij kunnen voelen ook. Verder heeft mijn overbuurman ook vrij weinig ramen en kan ik het heel goed begrijpen als hij 364 dagen in het jaar een slecht humeur heeft. De beste man lijkt geen daglicht te zien. In ieder geval niet overdag. Misschien is hij een vampier.

Ik kijk wel eens door het armzalige raampje naar binnen en dan zie ik de etalage van de kringloopwinkel. Soms met meneer zelf in beeld.

Harry leest heel veel boeken. Ik gluur altijd graag onbeschaamd bij mensen naar binnen en hij zit bijna  dagelijks te lezen en aan zijn baard te friemelen. Enerzijds vind ik het een vreselijk triest beeld; hij is oud en alleen, sloft wat rond in zijn rommeltuintje en heeft nooit bezoek. Anderzijds trekt deze stille manier van door het leven gaan mij wel. Zou een mens genoeg hebben aan enkel boeken?

Ik ga vaak op de bank zitten voor het raam met mijn eigen boek, als ik zie dat hij er weer zit. Dan zijn we toch een beetje met z’n tweetjes.

donderdag, februari 24, 2011

Hakuna matata

Soms heb ik de vreselijke angst dat iedereen, maar dan ook iedereen, slecht over mij praat. En vooral dat meerdere mensen, met elkaar, in bendes, collectief, slecht praten over mij. Waar dat vandaan komt mag Joost weten, maar ineens is het er dan, en kan ik het ook niet meer los laten.

Wat ik er uit zou kunnen halen is voor mij ook een mysterie. Tot nog toe heeft het er alleen maar voor gezorgd dat ik op 22-jarige leeftijd rugklachten heb en morgenochtend als een mummie ingetapet word en mijn voorrecht om vrij te kunnen bewegen voor de komende dagen verlies.

Zodra je, je bewegingsvrijheid verliest en daarmee een groot deel van de tijd geketend bent aan de bank of het bed ga je (hoe kan het ook anders) nadenken over de zin van het leven. Alsof je dat nog niet genoeg hebt gedaan. Je denkt voornamelijk aan alles wat misgaat (en mis is gegaan) en alles wat je niet hebt en wél wil. Heel fijn allemaal, maar na bijna anderhalve week is het enige wat ik nu wil dat mijn rug en lichaam weer zo soepeltjes bewegen als dat zij anderhalve week geleden nog deden en dat ik de wijde wereld in kan! Ik wil weer huppelend naar school en al touwtje springend naar de supermarkt kunnen. En ‘s ochtends als een veertje uit bed springen en al zingend en stuiterend mijn bakje yoghurt-cornflakes maken. Ja!

Maar, zoals iedereen weet; de geestelijke gemoedstoestand heeft invloed op de fysieke conditie en vice versa. Dat houdt in: zolang ik geen rust heb in mijn hoofd, zal ik geen rust hebben in mijn lichaam en blijft die verdomde spier zich (letterlijk en figuurlijk) stijf houden en zal hij mij tot last blijven tot in de eeuwigheid.

Waar komt die angst voor een frontje tegen mij dan toch vandaan en wat kan ik er, in hemelsnaam, aan doen?

Ik ben tot de beroerde conclusie gekomen dat ik beide vragen niet kan beantwoorden. Ik zal nooit weten waar het vandaan komt of waar het heen gaat en er helemaal nooit iets aan kunnen doen. Niks, Nada, Noppes. Ik heb mijzelf trouwens ook het idee rijker gemaakt dat ik aan heel veel dingen niets kan doen. Niks, Nada, Noppes.

Het enige wat ik kan doen is de tijd uitzitten en proberen te genieten van vindingrijke programma’s als ‘ready, steady, cook!’ en natuurlijk ‘Oprah. The farewell season’. Ondertussen drink ik liters kruidenthee, voel ik de verloren kilo’s er weer aan ploffen en pink ik af en toe een traantje weg, maar tussen alle lamlendige, machteloze en verdrietige uren door, voel ik dat ik steeds dichterbij het punt kom waarbij mijn levendige ik weer levendig, en zelfs springlevend , is en misschien wel sterker is dan ooit tevoren.

Dat gezegd hebbende wil ik hierbij graag mijn levensmotto met jullie delen: niets is echt moeilijk. En Joost mag het weten.

dinsdag, februari 22, 2011

Plastuit

Als een echte zelfstandige, alleenstaande, jongvolwassen vrouw ga ik vanavond naar het theater. Alleen. Niet per se omdat ik zo graag iets alleen wil doen, maar toevallig omdat dit zo uitkwam. En misschien een klein beetje omdat ik dan kan zeggen dat ik zelfstandig en alleen naar het theater ben geweest. Onder het motto ‘’als je daar zit kijk je toch in je eentje’’ ga ik er van genieten.

Toch maak ik me zorgen. Allereerst omdat ik naar een stad moet waar ik nog nooit ben geweest en geen TomTom ben. Ten tweede omdat ik bang ben dat ik er zo vroeg ben dat ik de tijd moet vullen door (helemaal alleen) aan een grote kop thee te lurken, waarbij ik uiteindelijk mijn bek nog verbrand omdat de thee nog gloeiend heet is als de bel van de voorstelling gaat. En ten derde omdat ik bang ben dat ik juist veel te laat kom omdat ik geen TomTom ben en de mensen in de stad onaardig zijn als ik vraag of ze weten waar ik ben en waar ik heen moet me niet willen helpen omdat ik er stom uitzie.

Misschien hebben ze wel helemaal geen lekkere thee daar in de foyer van het theater, waardoor ik gedwongen word een cappuccino te nemen en op de terugweg in de trein naar huis per ongeluk te lang naar mensen staar omdat mijn ogen niet meer dicht willen en alles willen bekijken wat ze op hun pad tegenkomen. Misschien krijg ik wel mijn eerste klap vanavond. Het zou zo maar kunnen.

Of misschien kan ik vanavond wel helemaal niet meer thuis komen omdat mijn OV-chipkaart breekt nadat ik er van schrik op ben gaan zitten en de conducteur een ov-door-de-midden niet als geldig vervoersbewijs ziet en mij uit de trein zet op een voor mij nog onbekendere stad. Of erger nog; een onbekend dorp. Ik zwerf dan de hele nacht rond in dit, voor mij, onbereisde dorp omdat ik ook geen geld meer heb (mijn portemonnee is inmiddels gejat door een jochie van elf met een plastic zwaard die eng naar me keek), en de mensen in het dorp een front tegen mij vormen omdat ze mij niet kennen en ze niet van nieuwelingen houden. Ik dwaal door de kou, mijn haar gaat in de klit en ik plas in mijn broek.

Morgen haal ik een kaart, een zakmes, een emergency blanket en een plastuit. Ik wil dit weekend namelijk ook alleen naar de film. Ik neem mijn eigen thee mee.

zaterdag, februari 19, 2011

Kilometers lang

Bijna iedereen denkt dat hij speciaal is. Maar het tegendeel is eigenlijk waar. Waar jij denkt dat jij de enige in bent, zijn in werkelijkheid miljoenen mensen goed in. Waar jij denkt dat je de eerste in bent, hebben in werkelijkheid miljoenen mensen al eens gedaan. Alles is al eens gedaan, gezegd, bedacht, vernomen, achterhaald, geobserveerd, geconstateerd of meegemaakt. Origineel zijn kan eigenlijk niet (meer).

Demotiverend zou je denken maar zo zou ik het juist niet willen zien. Het zou het leven eigenlijk een stukje makkelijker moeten maken. Iets wat nieuw is voor jou, daar kan een ander jou mee helpen door ervaringen uit te wisselen. Materie waarover jij meer wilt weten, staat geschreven in de boeken. Het enige wat je hoeft te doen is een bibliotheekpasje aan te vragen en onthouden wat de openingstijden zijn van de bibliotheek bij jou in de buurt. En erheen gaan.

Hoe je een cake moet bakken staat geschreven in een recept en als je wilt weten hoe je een kast in elkaar timmert ga je naar de IKEA. De dichtstbijzijnde uitgang van de school waarin je verdwaalt, staat uitgetekend op een plattegrond en als je, je afvraagt waarom je stoelgang niet meewerkt, ga je langs de huisarts en laat je, je medicijnen voorschrijven. Hij heeft het al voor je uitgedacht. Ideaal.

Ondanks het feit dat ik me besef dat alles al eens gedaan is, dat dit heel mooi meegenomen is en dat ik ervan overtuigd ben dat niemand speciaal is of nieuw (laat staan origineel), wil ik mijzelf er toch van blijven overtuigen dat ik dat natuurlijk wel ben.

Ik ben degene die een baanbrekend afstudeeronderzoek doet, een baan aangeboden krijgt en promoveert. Ik ben degene die de aller-leukste grappen maakt waarbij werkelijk iedere aanwezige onder de tafel ligt van het lachen. Ik ben degene die theaterproducties gaat maken waarvan de kaarten binnen enkele uren na de start van de verkoop, uitverkocht zijn. Ik ben degene die de beste gastvrouw is en de beste kok voor haar vriendinnen en geliefde. Ik ben degene die honderdduizend dingen tegelijk kan en hier niet overspannen van raakt. Ik ben degene met een grafisch geheugen en een absoluut gehoor. Ik ben degene die achter elkaar perfecte biertjes tapt, en nummer 1 hits schrijft. Ik ben degene die allerlei toffe ideeën zo uit haar mouw schudt en ze moeiteloos uitvoert. Ik ben degene die hem het licht kan laten zien. Ik ben degene die iedereen beter kan maken en gelukkig voor altijd. Ik ben degene waarbij het aantal mensen met geen mogelijkheid in het zaaltje past waar mijn uitvaartplechtigheid gehouden wordt, de stoet naar haar laatste rustplaats kilometers lang is en alle bloemen in heel Nederland zijn uitverkocht en op haar graf komen te liggen, waarna deze bloemen vervolgens iedere week ververst blijven worden door familie, beste vrienden, kennissen, studiegenoten, oud-klasgenoten en oud-leraren die haar allemaal nog kennen en nooit vergeten zijn en waarop zij een immense indruk heeft achter gelaten.

Niet echt realistisch. Maar wel leuk. Fantasie houdt de mens in beweging. Ondanks dat dit alles waarschijnlijk al eens door een ander gefantaseerd is. Dat maakt mij eigenlijk niet zo veel uit.

woensdag, februari 16, 2011

Honorarium

Te veel van iets is nooit goed, zegt men. Bijvoorbeeld te veel patat met mayonaise eten, of te veel (over)uren maken op je werk, te veel stof in huis, te veel binnen zitten, te veel bier drinken in de kroeg, te veel kleding kopen of te veel geld uitgeven, te veel papier verbruiken, te veel nadenken, te veel zeggen wat je denkt voor je het goed hebt overdacht, te veel willen.

Soms lastig, want veel van bovengenoemde dingen doe, of heb, ik graag te veel. Maar ook begrijpelijk. Te veel binnen zitten is niet goed voor je want dan krijg je te weinig zon en cirkelt er dus te weinig vitamine D door je lichaam. En te veel geld uitgeven kan er voor zorgen dat je krap bij kas zit wanneer je de huur of andere van die fijne (lees: spijtige) vaste lasten moet betalen. Logisch. Allemaal logisch.

Maar van sommige dingen kan je nooit genoeg krijgen. Zoals daar zijnde bijvoorbeeld onder andere een gloeiend hete douche na een dagje sneeuwpret in februari, die steengoede cd die je net binnen hebt, sporten (tot je er dood bij neervalt), vrije vakantiedagen, je kersverse ex of barbecueën natuurlijk.

Maar te veel van de dingen waar je nooit genoeg van kan krijgen is ook niet goed, zegt men. Want te veel is nooit goed. Men zegt dat het belangrijk is een balans te vinden tussen al deze zaken.

Er zit verder geen noemenswaardige conclusie aan dit verhaal. Behalve dat degene die mij kan vertellen hoe ik evenwicht vind tussen wat ik wil, wat ik moet, wat haalbaar is voor mij en wat goed voor me is, een beloning krijgt van 1000 euries.

dinsdag, februari 15, 2011

Hamvraag

Dinsdag 15 februari 2011, de dag waarop ik mijn blog start.

De hamvraag is hoe lang ik dit daadwerkelijk ga volhouden, En hoe ik het ga gebruiken. En wat ik erop zal plaatsen. En of dit interessant zal zijn. En of de spelling klopt. En of ik wil dat iedereen dit leest. En of er überhaupt iemand is die dit lezen wil. Het zijn dus meerdere hamvragen (als dat een wezenlijk woord is), die ik allen, tot dusver bestaande op het internet als blogger, nog niet heb kunnen beantwoorden. Ik heb werkelijk geen flauw benul.

Het enige dat ik weet is dat ik genoeg te vertellen heb. Jawel, ik heb genoeg verhalen. Verhalen over van alles en nog wat. Over ditjes en datjes en koetjes en kalfjes. Ik zal werkelijk waar mijn uiterste best doen deze zo goed mogelijk op papier te zetten (want daar schort het nog wel eens aan capaciteiten).

Wie weet vertel ik iets verrassends of opmerkelijks, wat me sterk lijkt, of wie weet kom ik met innoverende ideeën of plannen en misschien sleep ik er wel een baan uit! Iets wat overigens niet natuurlijkerwijs zal gebeuren. De concurrentie is namelijk hoog vandaag de dag.

Ongemerkt zijn wij, jij, de lezer, en ik, alweer drie alinea's verder zonder dat ik nog daadwerkelijk een mooi verhaal heb verteld. De hamvraag nu is of ik er intussen al een fan bij heb.

Zo niet, dan heb ik er nog altijd voor gezorgd een glimlach te toveren op mijn eigen gezicht. En dat is ook wat waard vandaag de dag.

En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het eerste verhaaltje van rijn..uit.