Je hebt gezien, je hebt gelezen, je hebt gehoord je hebt
geschreven. Je hebt gezegd wat je wilde zeggen, dat wat een ander zei. Je hebt
gepraat en nagepraat en aangepraat wat je ooit wilde zeggen tegen degene die
dingen tegen je zei die hij zelf niet bedacht had en ook nooit uit zichzelf zou
zeggen.
“Godverdomme” is een liedje, dat ik zing als ik ’s ochtend wakker
word en mijn eigenste dromen plots vergeten ben en niet langer met mijn haren
in de wind fiets, maar met mijn haren in het snot van mijn neus in de wind op
de fiets omdat ik huil en de stad zingt tegelijkertijd. Héél vals. Niet mijn
liedje, maar een ander lied, dat ooit geschreven is door mensen die zelf niets
wilde zeggen maar het door een ander wilde laten doen. Met mijn neus in mijn
haren en mijn snot op de fiets en mijn stem die hapert en hapert en de weg
kwijt is.
Richtingsgevoel weg en woordkeuze op hol geslagen en mijn
fiets doet het fout en is stuk en rijdt slecht en gaat stuk en niets lijkt meer
goed. Of fout. Het lijkt nergens meer op behalve op een weg die geen rechte weg
is maar meer een rotonde is. Ro-tonde. Rooo-tonde. Dat is het juiste woord voor
dit dralen en leven en draaien en praten en zeggen wat staat geschreven.
Ik wil nu graag dat je dit even hardop voorleest. Dankjewel.