donderdag, april 28, 2011

Manspersoon

Ik wil schrijven. Maar ik weet niet wat. Knap lastig als je naar zo’n leeg blad zit te staren zo van ‘nu moet het’. Kan het een writer’s Block zijn? Nu al? En dat terwijl ik niet eens een echte writer ben.

Ik ben een zoogdier, dat is wat vast staat. De bedoeling is dan ook dat ik binnen nu en enkele jaren kinderen ga baren. Daar kijk ik erg naar uit. Deze laatste uitspraak kan zich natuurlijk bijstellen, afhankelijk van degene waar ik die kinderen uiteindelijk mee zal gaan baren. Of, ik zal de kinderen gaan baren natuurlijk, hij niet, maar waarmee ik de kinderen zal gaan opvoeden bedoel ik. Dat gaat voor de betreffende man nog knap lastig worden, want een van mijn obstakels is dat ik het moeilijk vind om dingen uit handen te geven en dat ik de opvoeding waarschijnlijk het liefste voor eigen rekening wil nemen. En dit ook zal krijgen.

Om dit de man die ik nog ga tegenkomen te besparen kan ik er natuurlijk ook voor kiezen om B.O.M. moeder te worden. Bewust Ongehuwde Moeder-moeder. Klinkt ook als een echt zoogdier als je dat hardop uitspreekt.  BOMmoeder. Lijkt me fijn. Dan kan ik de normen en waarden die mij aanspreken aan hen meegeven. Ik bepaal of ze hun bord rode bietjes helemaal leeg moeten eten en of er aan tafel gelachen mag worden en ik zal ze verplichten een instrument te leren (“later zul je blij zijn dat ik zo streng geweest ben!”). En alles zonder enig overleg. Want ik hou niet van overleg. Lijkt me helemaal goed. BOMmoeder in hart en nieren.

De conclusie van dit verhaal is niet ‘ik heb geen man nodig’. Ik heb namelijk wel een man nodig. Ik heb een man nodig voor de uurtjes in de avond als de kinderen in bed liggen, voor het samen wakker worden, voor het bespreken van plannen die we gaan ondernemen als de kinderen groot zijn en uit huis, voor het kunnen delen van de eerste kindergrapjes en het organiseren van verjaardagspartijtjes. En voor nog veel meer dingen die mijn fantasie te buiten gaan maar er vermoedelijk wel zullen zijn als het zover is, en die negen van de tien keer helemaal niets met kinderen te maken zullen hebben. Daar heb ik een man allemaal voor nodig. En misschien toch ook wel een beetje voor de kinderen.

Dingen die ik ook nodig heb zijn nieuwe schoenen en nieuwe kleren. Wat fijn dat ik mijn geld voorlopig nog uit kan geven aan mezelf en geen rekening hoef te houden met nieuw schoeisels voor mijn baby-dreumes-drieling.

maandag, april 18, 2011

Grillig

Ik kijk graag naar mensen. Soms kijk ik naar mensen en dan vraag ik me af waar iedereen heen gaat en wat iedereen bezig houdt. Soms vergeet ik dat al die mensen op het station en in de stad ook mensen zijn, met goede en slechte kanten en goede en slechte dagen.

Flauw is altijd als jij een goede dag hebt en iemand tegenkomt met een slechte dag, of andersom natuurlijk. En dan elkaar de negativiteit insleuren. Want negativiteit is besmettelijk. Net als een verkoudheid. Het is moeilijk mooi weer te spelen als de zon niet schijnt en het is nog moeilijker een peptalk te geven aan een goede vriend die in de put zit terwijl jij straalt tot aan timboektoe(toe).

Ik vind mensen aandoenlijk. Vooral nadat ik ze inwendig de huid heb vol gescholden als ze mij weer eens hebben afgesneden met de fiets. Daar krijg ik namelijk altijd spijt van  als ik daarna per ongeluk oogcontact maak en dan zou ik daarna het liefst een praatje maken met die kleine doerak (lees: zakenman op damesfiets) en mijn excuses aanbieden. Want ik vergeet soms dat al die mensen op het station en in de stad ook mensen zijn, met een missie voor de dag en afspraken die zij niet kunnen missen, en verplichtingen natuurlijk. Mensen met hun focus op één ding, en zeker niet op de weg of op een studente op een blauw krot die dagdromend door de stad heen toert op zoek naar een beter leven. Begrijpelijk.

Maar ook heel irritant. Ik snap niet dat sommige mensen zo lomp kunnen fietsen en zich als mongolen invoegen in een stroom fietsers zonder naar links of rechts te kijken, zodat iedereen op zijn rem moet trappen en er nog net geen kettingbotsing uit voort komt. Of van die uilskuikens die nog net even voor jou gaan staan als jij vooraan staat bij een rood stoplicht, schijnbaar omdat ze haast hebben, en dan vervolgens als het stoplicht op groen gaat links blijven fietsen maar ook geen vaart maken (!) en dan heb ik het nog niet eens gehad over de imbecielen die ZONDER DIT AAN TE GEVEN ineens afslaan naar RECHTS OF LINKS DENK NOU EENS NA ER RIJDEN VIJFHONDERD FIETSERS ACHTER JE KLOOTZAK! 

zaterdag, april 16, 2011

Ambivalent

We willen altijd zoveel. En we moeten altijd zoveel. En we moeten altijd zoveel willen van onszelf.
Waarom willen we zoveel willen moeten? Moet dat echt? Of zouden we willen dat het moest? Willen we dat nog steeds of wilden we dat en nu eigenlijk niet meer? Of wil alleen ik dat? Moet ik dat van jullie of wil ik het echt? Wie wil wat eigenlijk? Wat willen jullie? Wat wil jij? Wat wil ik? Wil ik jou? Of moet ik dat willen? Moet ik dat van jou willen? En wie zegt dat, dat waar is? Wie weet of dat waar is en wat ik werkelijk wil? Wie weet waar dat heen gaat? Waar wat heengaat? Waar ga ik heen? Waar wil ik heen? Of waar moet ik heen? En moet ik daar ook echt heen gaan? Of kan dat ook half? Hoe weet je of je er half bent? Of heel? Hoe weet je wanneer je er bent? Hoe weet je of je daar echt heen wil? En hoe weet je of je er al bent? Waar bent? Natuurtalent, levenstestament, jeugdsentiment.

Luchtbombardement.

donderdag, april 14, 2011

Geen barst

Soms moet je een bepaalde tijd overbruggen. En om zo’n tijd te kunnen overbruggen kan het soms fijn zijn om iets te gaan verzamelen. Voor de afleiding. Postzegels of koeien.

Ikzelf heb dit advies niet opgenomen. Ik zit de tijd gewoon uit en probeer wat van die stille tijd te maken. Dit lukt met moeite om eerlijk te zijn, maar ik hoor steeds meer geluiden om mij heen dat ontspannen en ‘niets’ doen heel belangrijk is om uiteindelijk meer te kunnen doen(!). Klinkt niet logisch zou je zeggen en ook ik zie hier de logica niet van in. Ik ben dan ook heel slecht in niets doen.

Als ik thuis ‘niets’ aan het doen ben loop ik van de keuken naar de bank, naar mijn bed en weer naar de pc. Ik doe een was, stof mijn cd’s af of reorganiseer mijn theevoorraad en tegelijkertijd wissel ik herhaaldelijk van kleding, kijk ik elke minuut hoe laat het is en kijk ik televisie. Met de radio aan.

Als ik uit kan slapen zet ik de wekker om naar de sportschool te gaan en als ik een dag vrij heb maak ik een to do-lijstje met stomme klusjes. Het liefst buiten de deur.

Bij het opschrijven van deze waslijst besef ik dat niets doen onmogelijk is voor mij. Als ik echt probeer niets te doen, schrijf ik namelijk een blog. Worden we allemaal een stukje beter van, niet?

maandag, april 11, 2011

Zotte malloot

Durven lelijk te zijn. Dat is in mijn ogen de sleutel naar creativiteit. Voor mijn part sta je voor paal met een witte onderbroek tot aan je oksels of trek je het gezicht van een aardvarken. Hart voor je vak heet dat!

In de afgelopen jaren heb ik geleerd mij niet langer te interesseren in het gegeven of ik er mooi uit zie of niet. Ik heb mijzelf getraind alles uit de kast te halen om zo afzichtelijk mogelijk voor de dag te komen (wanneer dit nodig is). Dat wil zeggen, enkel op het podium gebruik ik mijn gelaatstrekken op manieren waarvan je niet eens wist dat ze zo konden bewegen.

In het dagelijks leven heb ik mij deze eigenschap helaas nog niet eigen gemaakt. Los van het feit dat ik een vrouw ben en regelmatig, net als menig andere vrouw, mijn complete kledingkast overhoop haal voor een feestje om vervolgens aan te doen wat ik die dag al aan had, ben ik bepaalde dagen obsessief bezig met de esthetische waarde van mijn verschijning. Deze dagen verkleed ik mij soms wel vijfmaal per dag, smeer ik een dikke laag make-up op mijn gezicht alsof ik het toneellicht in moet (om deze vervolgens weer weg te wassen) en neem ik een lekker chocoladekoekje bij de thee maar eet ik deze niet op.

Terug naar mijn fijne smoelwerk. Ik ben blij dat ik ontdekt heb dit item in te zetten voor het bereiken van gewenste doelen. Als je niet moeders mooiste bent, moet je daar gebruik van maken. Ben je niet gemaakt voor op de catwalk? Beter neem je dan de rol van een lesbo aan en oefen je een mannelijk vrouwenloopje. Ben je wat zwaarder dan gemiddeld? Dan zou de rol van Bessie de Koe in het kindertheater jou heel goed passen.

Je moet durven om lelijk te zijn om de beleving van de kijker te optimaliseren. Wanneer je, je dit beseft bij het maken van een (schouw)spel zul je, je vrijer voelen om te doen en laten wat je wil. Het maakt die argeloze bezoeker helemaal niet uit dat je op toneel verschijnt in een knalgele poncho, met (stiekem) ongeschoren benen en een palmboom midden op je kop. Sterker nog; dat vinden ze juist leuk!

Hoe belachelijker hoe beter is mijn nieuwe motto en hierbij neem ik mijzelf voor in de komende jaren heel veel belachelijk theater te gaan maken. Wie mee wil doen moet eerst bewijzen dat hij gek kan doen en een ludieke actie bedenken op het marktplein terwijl ik toekijk.

maandag, april 04, 2011

Denkwerk

Ik hou van knoflook. Ik hou ook van ui en nog meer dingen waarvan je uit je giecheltje gaat stinken. Ik hou van groente en van pasta maar niet van vis. Ik hou van koken en ik betreur het dan ook dagelijks dat ik zo´n kleine keuken heb dat als ik de broodrooster wil gebruiken ik het koffiezetapparaat, de waterkoker én de magnetron moet uitpluggen. En dat mijn wijnglazen vies en vettig worden omdat ik er geen plek voor heb in mijn kastje en ze noodgedwongen op de plankjes staan. Ik irriteer me er aan dat wanneer ik de koelkastdeur open, deze tegen de deurmat aantikt en als de voorraadkast openstaat mijn roomie er niet meer langs kan en ik de eieren soms uit mijn handen laat vallen van schrik. Bah, vervelend.

Ik zou graag een groter huis willen, maar dan voornamelijk een grotere keuken en voornamelijk geen andere mensen in huis waarvan je eerst tien fietsen opzij moet zetten als je ´s ochtends vroeg de deur uit moet.

Toch kan ik het hen niet kwalijk nemen. Iedere student kan beamen dat je zonder fiets werkelijk onthand bent en misschien kan je wel voorzichtig stellen dat je dan gehandicapt bent. Mocht dit inderdaad het geval zijn dan zou je misschien weer met de gemeente kunnen regelen dat je een parkeerplek voor de deur krijgt en hoef je, je nooit meer zorgen te maken over parkeermogelijkheden in het drukke centrum. Maar als je echt gehandicapt zou zijn, zou je weer geen fiets hebben, en dan zou je eigenlijk dubbel gehandicapt zijn als student. Vervelend!

Ik heb twee fietsen. Een goeie met remmen die een tijdje stond te roesten in de achtertuin omdat ik de band moest plakken en ik na een middag puffen en zweten de band terug wou wippen en ik de versgeplakte band weer leegprikte met zo´n metalen dingetje waarvan ik de naam niet eens weet en ik geërgerd weg ben gelopen. En een ander minder goeie zonder remmen en zonder licht en zonder spatbord en met een slag in het wiel. Van deze fiets is de band gister lek gegaan en aangezien fietsen blijkbaar wel kan zonder remmen, zonder licht, zonder spatbord en met een slag in het wiel, maar absoluut niet gaat zonder banden, zijn de fietsen weer omgewisseld.

Zo blijf je bezig met die fietsen. Met jezelf verplaatsen en met vooruitgang. Zo kan ik eeuwig blijven schrijven aan dit stukje want ik doe aan associatief denken. En na een drukke week zoals ik die afgelopen week had kost het tijd om alles te rangschikken naar behoren. Ik heb zin om te koken. Dat heb ik al een week niet meer gedaan.