Begin jij maar. Gooi de dobbelsteen. Jij bent hier de
jongste. Zet maar een stapje. Met een rode pion of een blauwe of door welke
kleur pion dan ook je vertegenwoordigd wilt worden. Of nee, misschien kan ik
beter beginnen. Want ik speel dit spel voor het eerst. We kunnen er ook over
stemmen. Een democratisch besluit nemen.
Een ‘voor’ of een ‘tegen’, of wacht, misschien werkt een meerkeuzevraag
beter? Ik hield altijd heel erg van meerkeuzevragen. Dan kon ik gewoon afgaan
op mijn eerste gevoel en mijn eerste gevoel klopt altijd. In de praktijk deed
ik dan nog wel mijn best om mijn eerste gevoel hard tegen te spreken en van
tafel te vegen, om te bewijzen dan ik een zelfstandig denkende persoon ben, die
niet maar meteen handelt naar wat hij voelt maar het eens goed van alle kanten
bekijkt. Ik deed mijn uiterste best om met de meest correcte en meest relevante
argumenten te komen, waarom antwoord B niet zou kloppen, en het, volgens
gegevens gebaseerd op empirisch onderzoek door mijzelf, antwoord A moest zijn.
A komt toch altijd vóór B, niet?
Je zet stap A en dan volgt pas B en als je het dan goed hebt
komt de letter C en wie weet red je het deze ronde wel tot stap F. Wanneer je
je in dit gebied begeeft hoef je je helemaal niet meer bezig te houden met
jezelf als volwassen, autonoom en onafhankelijk persoon, nee, in deze fase gaat
het er gewoon om wie de meeste stemmen heeft. En misschien wordt er in
overweging genomen wie er vorige keer gewonnen had, dus is het van belang dat
de ander nu al het geld krijgt. Dit om de wereld een beetje in balans te houden. Dan
is het dus niet meer relevant wiens gevoel wat zegt of wat er eigenlijk waar
is.
Een paar stapjes in de goede richting, hoge ogen gooien
misschien en dan naar de grote buit en dan, uiteindelijk, weer terug naar
Start. Iemand aan het begin. En iemand halverwege en iemand aan het eind,
voordat hij weer bij Start terecht komt. Dat houdt het spelbord in balans.
Maar wanneer komen we dan eens samen?