maandag, augustus 27, 2012

Om op te eten


Dankbaarheid is het nieuwe druk maken. Je kunt wel heen en weer rennen van hier naar daar en van hot naar her, maar dan mis je alles. Even stilstaan. Even kijken. Eens even rustig in je neus peuteren en kijken naar wat voorbijkomt. Je ogen eens laten rusten op zijn ademhaling. Eventjes die paardenbloem bij je neus houden.

Dan weer Hop! Hop! Opstaan, douchen, aankleden, ontbijtje (of een half ontbijtje want voor ontbijten is geen echte, lopende tijd), vitaminepil in die mik, per ongeluk twee verschillende sokken aan, laptopje bij de hand en het drukke leven in. Tijdens de lunch nog even een wandelingetje om het gebouw, om het zitten achter de computer te compenseren, weer een beetje verder vergaderen, notuleren, schematiseren, brainstormen, plannen, figuurpoepen en aan het eind van de middag een zakje soep uit een groene beker met twee oren, van die leuke man die scheld op zijn personeel, maar na het drinken van zo’n zakkie, hen stevig omhelsd. Hij geeft ten minste het goede voorbeeld. Tel tot tien

Thuis aangekomen Hop! Hop! Wasje erin, even naar de sportschool, eventueel de kinderen te eten geven, voorlezen en in bed stoppen, eindelijk tijd voor jezelf dus nog even snel een knutselwerk maken voor die ene verjaardag en alle rekeningen ordenen en nog even voor je gaat slapen die online toets invoeren en jezelf een verbetertraject aanmeten want jezelf verbeteren is iets wat van je wordt verwacht op het werk. Morgen moet je een stukje beter zijn. Het kan altijd beter. Het kan altijd sneller. Het kan altijd handiger, efficiënter, doelmatiger, gestructureerder, uitdagender, creatiever, mooier, liever, schattiger, kleiner, zachter, lieflijker.

Het kan altijd liever. Liever kan altijd met meer tijd. Eet eens een beschuitje.

zondag, augustus 26, 2012

In ganzepas


Om even terug te komen op mijn vorige blog. Ik wil hierbij totaal niet suggereren dat ik over iedereen heen wals. Ik heb dan misschien wel makkelijk praten maar ik weet ook zeer goed wanneer ik mijn mond moet houden. Daarbij, geluk is niet te koop. Het kost wel wat maar het kost geen geld.

Het is een kwestie van doen. Doen of laten en als je het laat moet je er ook niet meer over zeuren. Het kan ook zijn dat als je het doet, je er uiteindelijk vrij weinig aan over houdt. Wie heeft eigenlijk bedacht dat het hebben van ervaring voordelig is? Want, als je weet hoe je iets gaat doen, waar ligt dan de uitdaging in het daadwerkelijk doen? Is het dan nog de moeite waard, kun je jezelf afvragen.

Zoeken, nagaan, nastreven. Op pad gaan met een tikkeltje nervositeit in je rugzak maar ook met een bulk aan informatie en, hoe kan het ook anders (tromgeroffel)… ervaring. Een energiereep in de ene hand en een dosis zin in de andere. Gaan met die banaan! En maar gewoon afwachten waar deze route je brengt en of je ooit het topje van de Mont Blanc bereikt. Wie weet sterf je ter plekke, Bovenin is vrij weinig zuurstof dus ik kan je aanraden te blijven rondhangen in de bewoonde wereld, waar presteren normaal is en gewaardeerd wordt en je niet naast je schoenen hoeft te lopen. Hou ze maar lekker aan, die bergschoenen. Sta je lekker stevig.

De lucht zal niet altijd strakblauw zijn tijdens deze reis maar gelukkig is het zien van kleuren toch maar relatief. Het verborgen veld achter die grote rots trekt de aandacht en zal waarschijnlijk de mooiste kiekjes opleveren.

Loop wat harder, ren een stukje. Rust even uit, spring een stap verder. Verzuip in de regen. Klim nog een tree hoger, slaap een nacht langer. En dit alles met een grote glimlach op je gezicht en een onderbroek op je hoofd. Probeer eens wat nieuws. Ken je lachu.

woensdag, augustus 22, 2012

Platwalsen, pletten en planeren


Ik heb makkelijk praten. Kan ik dat zeggen? Ik heb makkelijk praten om bepaalde redenen en een ander heeft het misschien niet zo mee. Op andere momenten had ik het misschien niet zo mee dus kan ik dan zeggen dat ik makkelijk praten heb? Politici, die praten makkelijk. En als er één zin niet geheel vlekkeloos uitkomt, heeft de beste man, of vrouw, in kwestie een complicatie veroorzaakt voor een gehele groepering.

Oriëntatie is van groot belang, voor je bepaald wie makkelijk praten heeft en wie niet. Je kunt dat niet zomaar zeggen. Oriëntatie en voorbespreking en voorbereiding, het daadwerkelijke praten en dan ook nog een nabespreking of het gedane gepraat. Blabla bla. Praten, praten en nog eens praten.

Praten uit principe of praten omdat je er echt de aandrang naar voelt. Praten als eerste levensbehoefte of praten uit beleefdheid. Makkelijk praten. Moeilijk praten. Beroerde gesprekken voeren en er alleen maar slechter uitkomen en pijnlijk problematische gevolgen ervaren. Misschien niet slechts problematisch maar traumatisch. Of wordt er bij traumatische ervaringen niet gesproken en alleen gevoeld? Praten over je traumatische ervaring totdat je erbij neervalt omdat je toen je mond niet open kon trekken en het moest doorstaan.

Ik heb makkelijk praten. Ik heb niets te zeggen. Geen enkele traumatische ervaring vertroebelt het zicht op mijn toekomst. Ik plet een mug tussen mijn handen en smeer het lijkje af aan mijn broek. Bedreven en geoefend bekijk ik het overblijfsel op de blauwe stof. Niets staat mij in de weg. Geen blessure, wonde, vraagstuk of twistgesprek. 

Geen mug, geen olifant. Ik beuk ze allebei opzij als het moet.

dinsdag, augustus 14, 2012

Bluf


Zwijg! Jij honderdkoppige, vuurspuwende Tyfoon! Of ik zal u uitdagen tot een moordende strijd en uw goddelijk zaad afnemen! De ganse aarde zal drinken uit de uier van de hemelse geit en in dwaze vermetelheid achterblijven. Een arend zal dagelijks uw lever wegvreten en ook al zal deze dagelijks weer aangroeien, u zult nooit en te nimmer terug kunnen keren in uw oude fortuin!

Beter hou je je mond, gore klootzak, want ik bijt je pikkie eraf! Je zou misschien nog net kunnen lopen en elke dag een stapje verder komen in de revalidatie maar ik durf te zweren, moederneuker, dat je, je oude imago geheid zal verliezen en deze nooit meer zal kunnen opbouwen, al duurt het honderd jaar! Zo lang zul je niet eens leven, met die rotkop van jou.

Lieve, lieve meneer. Ik vind het geheel niet prettig als u zo tegen mij spreekt. U praat met vuile woorden en daar ben ik niet van gediend. Bovendien staat dit overhemd u geheel niet en u kunt beter naar de winkel gaan voor een push-up boxer want wat u daar beneden verbergt stelt volslagen niets voor. Pas maar op, anders geef ik u nog een knietje in de noten en ik kan u verzekeren dat u dat niet prettig zult gaan vinden. Ik denk dat het verstandig is als u voortaan uw mond houdt en mij in mijn waarde laat.

Lieverd, het doet mij verdriet als je zo tegen me praat. Ik zou niet willen dat ik je kwets dus liever zeg ik niks. Maar in stilte verga ik van de pijn en wordt ik verscheurd tussen twee werelden. Als je het uitmaakt, dat zou mij kwetsen maar mocht het zo geschiedden, vraag ik je een ding; geef mij een ding. Geef mij slechts één ding, ondanks jouw vertrek, ik wil jouw kinderen! Geef mij wat van jouw goddelijk zaad en alle kinders van de ganse aarde zullen drinken uit mijn uiers en niet meer weten waar ze het moeten zoeken. Zo in extase dat ze niet meer weten waar ze het moeten zoeken.

dinsdag, augustus 07, 2012

Fluitje van een cent


Het zit iets hoger dan je misschien denkt. Ja, daar ja. Nee, nog iets hoger. Of wacht, het is weg. Het heeft geen zin meer om te krabben. Krabben werkt maar tijdelijk. Dat is algemeen bekend. Als je iets wil dat bestendig is, zul je op zoek moeten gaan naar iets beters.

Iets beters, iets groters, iets mooiers, iets makkelijkers, iets blijvends, iets dat meer doortastend is. Een boterham. Met pindakaas. Dat blijft. Tussen je kiezen en in alle mondholtes die je bezit. Een nootje tussen je tandvlees en pindaslijm onder je tong.

Ik dacht nooit dat ik goed zou zijn in een compromis sluiten. Maar het valt me niet tegen. Ik kijk en ik observeer en ik neem nog een hapje pinda’s met brood en het schijnt te werken. Het slaat aan. De droogte in mijn mond trekt langzamerhand weg als ik een slok water neem bij mijn pindakaas.

Het is allemaal best te combineren. Heus. Mogelijkheden zien en creëren, daar gaat het om. Pindakaas durven mengen met water, limonade, tandpasta voor mijn part. Als je jeuk hebt moet je krabben en als het niet werkt doe je het blijkbaar verkeerd. Als je een notenallergie hebt, kan je beter geen pinda’s eten. Simpel als dat. Meer zeg ik niet voor vandaag.

donderdag, augustus 02, 2012

Krabbelverkeer


Ik zeg het een, jij zegt het ander, we begrijpen elkaar niet. Praten, nog meer praten. Praten tegen elkaar, praten door de telefoon. ‘Hoe is het? Goed, met jou ook? Ja goed, fijn ja, goed om te horen, hoor!’. We zeggen veel met woorden maar de helft verdwijnt in het niets, want er is zoveel te zeggen en zoveel vergeten te zeggen.

Mompelen of hardop denken. Één pot nat. Praten in het niets. Praten in het donker. Met misschien één klein lampje aan midden in de nacht. Samen zingen, samen huilen, het is bijna te mooi om waar te zijn. Om misselijk van te worden.

En ’s ochtends in de spiegel is alles weg. Uitgekotst. Het lijkt weg te zijn dus neem je nog een boterham met pindakaas om dat gevoel terug te pakken. Dat wat je gister voelde, dat wat je eerder voelde of leek te voelen, want de realiteit is ver zoek. De letters in jouw boek schrijven ineens vreselijke sentimentele woorden.

’s Ochtends in de spiegel is het niet meer. Wat eigenlijk niet? Wat een onzin. Iets dat er eerst was moet altijd blijven of je moet het in ieder geval kunnen bewijzen met een bonnetje. Dat het er was. Dat het echt was en dat je niet gek bent. Of jij. Of jij.  Slapen en naar de klok kijken. Naar de klok kijken tot je slaapt. Tot je zeker kan zeggen dat het weg is, of juist dat het er echt nog steeds is. Maar niemand kan dit bevestigen dus je schiet er niets mee op eraan vast te houden. Waaraan vasthouden? Wat?

De wereld rond met een rugzak en een paspoort en misschien een béétje geld, maar vooral niet te veel geld want dat is juist het hele avontuur. Reizen tot in de avonduren en uiteindelijk thuiskomen en weer oppikken waar je mee bezig was, maar natuurlijk wel als een beter mens, want ‘reizen verrijkt je leven’.

Ik wou dat ik een degenkrab was. Elke avond naar de rand van de zee en een andere degenkrab zoeken en romantische taferelen ondergaan op het strand, in een zee van medekrabben, op zoek naar een lekker schelpje om tegenaan te kruipen. En dan verdergaan en weglopen. Zijwaarts.

Pompiedom pom pom. Zijwaarts loop ik door