donderdag, augustus 02, 2012

Krabbelverkeer


Ik zeg het een, jij zegt het ander, we begrijpen elkaar niet. Praten, nog meer praten. Praten tegen elkaar, praten door de telefoon. ‘Hoe is het? Goed, met jou ook? Ja goed, fijn ja, goed om te horen, hoor!’. We zeggen veel met woorden maar de helft verdwijnt in het niets, want er is zoveel te zeggen en zoveel vergeten te zeggen.

Mompelen of hardop denken. Één pot nat. Praten in het niets. Praten in het donker. Met misschien één klein lampje aan midden in de nacht. Samen zingen, samen huilen, het is bijna te mooi om waar te zijn. Om misselijk van te worden.

En ’s ochtends in de spiegel is alles weg. Uitgekotst. Het lijkt weg te zijn dus neem je nog een boterham met pindakaas om dat gevoel terug te pakken. Dat wat je gister voelde, dat wat je eerder voelde of leek te voelen, want de realiteit is ver zoek. De letters in jouw boek schrijven ineens vreselijke sentimentele woorden.

’s Ochtends in de spiegel is het niet meer. Wat eigenlijk niet? Wat een onzin. Iets dat er eerst was moet altijd blijven of je moet het in ieder geval kunnen bewijzen met een bonnetje. Dat het er was. Dat het echt was en dat je niet gek bent. Of jij. Of jij.  Slapen en naar de klok kijken. Naar de klok kijken tot je slaapt. Tot je zeker kan zeggen dat het weg is, of juist dat het er echt nog steeds is. Maar niemand kan dit bevestigen dus je schiet er niets mee op eraan vast te houden. Waaraan vasthouden? Wat?

De wereld rond met een rugzak en een paspoort en misschien een béétje geld, maar vooral niet te veel geld want dat is juist het hele avontuur. Reizen tot in de avonduren en uiteindelijk thuiskomen en weer oppikken waar je mee bezig was, maar natuurlijk wel als een beter mens, want ‘reizen verrijkt je leven’.

Ik wou dat ik een degenkrab was. Elke avond naar de rand van de zee en een andere degenkrab zoeken en romantische taferelen ondergaan op het strand, in een zee van medekrabben, op zoek naar een lekker schelpje om tegenaan te kruipen. En dan verdergaan en weglopen. Zijwaarts.

Pompiedom pom pom. Zijwaarts loop ik door

Geen opmerkingen:

Een reactie posten