Het zit iets hoger dan je misschien denkt. Ja, daar ja. Nee,
nog iets hoger. Of wacht, het is weg. Het heeft geen zin meer om te krabben.
Krabben werkt maar tijdelijk. Dat is algemeen bekend. Als je iets wil dat
bestendig is, zul je op zoek moeten gaan naar iets beters.
Iets beters, iets groters, iets mooiers, iets makkelijkers,
iets blijvends, iets dat meer doortastend is. Een boterham. Met pindakaas. Dat
blijft. Tussen je kiezen en in alle mondholtes die je bezit. Een nootje tussen
je tandvlees en pindaslijm onder je tong.
Ik dacht nooit dat ik goed zou zijn in een compromis
sluiten. Maar het valt me niet tegen. Ik kijk en ik observeer en ik neem nog
een hapje pinda’s met brood en het schijnt te werken. Het slaat aan. De droogte
in mijn mond trekt langzamerhand weg als ik een slok water neem bij mijn
pindakaas.
Het is allemaal best te combineren. Heus. Mogelijkheden zien
en creëren, daar gaat het om. Pindakaas durven mengen met water, limonade,
tandpasta voor mijn part. Als je jeuk hebt moet je krabben en als het niet
werkt doe je het blijkbaar verkeerd. Als
je een notenallergie hebt, kan je beter geen pinda’s eten. Simpel als dat. Meer
zeg ik niet voor vandaag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten