maandag, januari 12, 2015

Kutwijf

Toen ik vanochtend wakker werd was mijn neus drie keer zo lang als die van pinokkio. Ik had de hele nacht liggen liegen in mijn dromen en uiteindelijk kreeg ik er nog lol in ook. Uiteraard neem ik deze slechte eigenschap niet mee het dagelijks leven in en gelukkig wist ik ook niet meer zo goed waarover ik gelogen had in mijn droom en tegen wie, zoals je meestal niet meer weet wat voor avonturen je ’s nachts beleefd hebt.

Toch kon ik het gevoel niet tegengaan dat ik er naar uitkeek weer te gaan slapen om een andere slechte, verborgen, eigenschap lekker even uit te diepen. Vanavond, dacht ik bij mezelf tijdens mijn ochtend koffie, ga ik eens even lekker ruzie maken met iemand. Met wie maakte niet uit, waarschijnlijk iemand zonder gezicht, maar ik had bedacht dat het misschien wel wat lucht zou geven en om meer en meer tot de kern van..mijzelf te komen.

Wat kan ik soms toch een kreng zijn, grinnikte ik bij mezelf, terwijl ik mijn pyjama aantrok en mij klaarmaakte voor een stevig potje gekijf.


Disharmonie, daar houd ik wel van zo af en toe. En vooral tijdens de rust. Soms is een goede ontwrichting, een lekkere consternatie, wat kabaal, goeie bonje, een beetje heisa precies wat een vrouw zoals ik nodig heeft en, wacht maar, want misschien laat ik het niet alleen bij een beetje woordenspel, maar gooi ik ook mijn fysiek in de strijd om al het gehannes in het leven op te lossen en dan kun je wel kraaien naar die evenwichtigheid en die vrede en die eenstemmigheid, want als je mij aan het vechten krijgt dan ploep ik je ogen uit je kop en trek ik de haren van je scalpel en gods, wat krijg ik een ongelofelijke, een buitengewoon abnormale lust en onontkoombare drift om eens even keihard uit de band te springen tijdens mijn REM-slaap!

woensdag, januari 07, 2015

van karton

Ik wil je in een doosje stoppen. Met die zin heb ik altijd al een verhaal willen beginnen en, daar staat-ie dan. Nu is dan nog de vraag wat er verder mee te doen, want ik heb geen specifiek iemand die ik in een doosje zou willen stoppen.

Het hoeft natuurlijk ook geen man te zijn, ik bedoel; het kan ook over een vlieg gaan ofzo en, waarom zou ik, als ik een man had, deze in een doosje willen stoppen? Als het goed is, is hij zo groot en mannelijk dat hij niet in een doosje past, misschien wel in een doos maar zeer zeker niet in een doos-je en daarbij, als ik hem in een doosje stop; dan kan ik nog niet alle dingen met hem doen die ik graag zou willen doe. En dan heb ik het hier niet exclusief over seksuele activiteiten.

Enfin, daar staat-ie dan. Die zin dan, die man nog niet. Of vlieg. Daar staat-ie dan en ik weet niet wat ik er mee moet want hoewel ik zo zeer de dichterlijke en lieflijke waarde van deze specifieke zin inzie, lijk ik kennelijk de echte betekenis niet helemaal bij de horens te kunnen vatten. Want er is tot nog toe niet veel meer gezegd dan dat ‘hetgeen je in dat doosje zou willen kunnen stoppen misschien wel een man zou kunnen zijn’. Maar dit is fysiek onmogelijk. Tenzij het een grote doos is, van een fiets of die van een koelkast. Dan is er nog de mogelijkheid geopperd dat het misschien over bijvoorbeeld een vlieg zou gaan die men in het doosje zou willen stoppen, maar hier zijn eigenlijk zo weinig (tot geen) redenen voor te bedenken dat ik hier verder niet op in zal gaan.

Misschien zouden deze woorden kunnen gaan over juist datgeen dat je niet in een doosje kunt stoppen, maar wel graag zou willen bewaren. Zoals ieder mensen nog een bewaardoos heeft staan op zolder bij zijn ouders met spulletjes erin van toen hij of zij kind was, maar – huh? Nu gaat het weer over dingen die je wel in een doosje kunt stoppen. En de zin waar het om gaat lijkt toch duidelijk te refereren naar een persoon, naar iemand.

Iemand in een doosje willen stoppen. Nu ik er zo bij nadenk kan het eigenlijk ook een heel morbide bijgedachte hebben. Maar hier denk ik liever niet te diep over na.


Ik wil je in een doosje stoppen. Met die zin heb ik altijd een verhaal willen eindigen, om enige poëtische toevoeging te geven aan mijn tekst, ook al lijkt deze verder leeg, onduidelijk, sceptisch misschien en daar staat-ie dan. Ik wil je in een doosje stoppen.