Toen ik vanochtend wakker werd was mijn neus drie keer zo
lang als die van pinokkio. Ik had de hele nacht liggen liegen in mijn dromen en
uiteindelijk kreeg ik er nog lol in ook. Uiteraard neem ik deze slechte
eigenschap niet mee het dagelijks leven in en gelukkig wist ik ook niet meer zo
goed waarover ik gelogen had in mijn droom en tegen wie, zoals je meestal niet
meer weet wat voor avonturen je ’s nachts beleefd hebt.
Toch kon ik het gevoel niet tegengaan dat ik er naar uitkeek
weer te gaan slapen om een andere slechte, verborgen, eigenschap lekker even
uit te diepen. Vanavond, dacht ik bij mezelf tijdens mijn ochtend koffie, ga ik
eens even lekker ruzie maken met iemand. Met wie maakte niet uit, waarschijnlijk iemand zonder gezicht, maar ik had
bedacht dat het misschien wel wat lucht zou geven en om meer en meer tot de
kern van..mijzelf te komen.
Wat kan ik soms toch een kreng zijn, grinnikte ik bij
mezelf, terwijl ik mijn pyjama aantrok en mij klaarmaakte voor een stevig potje
gekijf.
Disharmonie, daar houd ik wel van zo af en toe. En vooral tijdens de rust. Soms is een goede ontwrichting, een lekkere consternatie, wat
kabaal, goeie bonje, een beetje heisa precies wat een vrouw zoals ik nodig
heeft en, wacht maar, want misschien laat ik het niet alleen bij een beetje
woordenspel, maar gooi ik ook mijn fysiek in de strijd om al het gehannes in
het leven op te lossen en dan kun je wel kraaien naar die evenwichtigheid en die vrede en die eenstemmigheid, want als je mij aan het vechten krijgt dan ploep ik je
ogen uit je kop en trek ik de haren van je scalpel en gods, wat krijg ik een
ongelofelijke, een buitengewoon abnormale lust en onontkoombare drift om eens even keihard uit
de band te springen tijdens mijn REM-slaap!