dinsdag, september 30, 2014

Spinraggen

Vandaag zat er een spin op mijn schouder en keek met mij mee gedurende de uren dat ik daar buiten was, in de wereld. In werkelijkheid reisde deze spin mee op mijn fiets, en was hij helemaal niet de hele dag bij mij, maar sprong van mijn bagagedrager zodra ik buiten kwam en de schuur uit was. Maar het idee van een klein insect dat meekijkt en elke stap volgt die je zet, vind ik een best aardig idee. Een soort maatje, die even aan je oor kriebelt als je iets onderneemt wat misschien toch niet zo handig is. Daarom heb ik deze totaal betekenisloze gebeurtenis in die klamme schuur vanmorgen, even gebruikt om een betekenisvolle boodschap te kunnen meegeven aan mijn lieve lezers.

We gaan de hele wereld af reizen, mijn spin en ik. Eerst houden we het dicht bij huis, maar stap voor stap gaan wij over de grens om ons zicht te kunnen verbreden, en eigenlijk ook gewoon om ander eten te kunnen proeven.

Mijn spin en ik zijn het grootste deel van de dag samen, maar als we elkaar zat zijn dan trekt hij zich gewoon even terug in zijn web en ik in mijn kluizenaarshol. Mijn spin en ik, weten precies van elkaar wanneer we echt de behoefte hebben de einzelganger uit te hangen,en wanneer we eigenlijk maar doen alsof en het liefst een grote, harige spinnenpotenknuffel willen. Mijn spin en ik zijn allebei een ochtendmens; we worden allebei gelukkig van vroeg opstaan en dit blijkt in de praktijk voor veel rust, regelmaat en geluk te zorgen.

Mijn spin zit op mijn schouder en kijkt mee, de wereld in. Maar soms zit hij even op mijn rug onder mijn shirt en dan is hij onzichtbaar en dan wil ik schreeuwen om aandacht, maar om aandacht schreeuwen is puberaal en je bent nu zesentwintig verdomme dus doe nu even normaal en stel je niet zo aan je kunt ook gewoon eens een keer niet zo moeilijk doen en het gewoon een keertje laten gebeuren en je hoeft ook heus niet altijd het maximale uit een dag te halen dat is gewoonweg onmenselijk dus schouders laag borst vooruit en maak er niet zo’n groot probleem van het is nu wel weer mooi geweest jezus christus wanneer ga je het nu eens leren iedereen is toch alleen.

zaterdag, september 27, 2014

Aan de race

De actualiteit rent over de herinnering heen. Was het een snor, of meer een stoppelbaard? Was er één punt op de wang waar de haartjes bij elkaar een klein draaikolkje vormden? Of waren ze gewoon in het wildeweg gaan groeien en wat is er eigenlijk nuttig om vandaag de dag nog in herinnering te houden?

Vandaag de dag speelt zich nu af, gister is geweest en morgen moet nog komen. Is de actualiteit ook wat staat te gebeuren of waarmee gedreigd wordt? Het moment dat de dreiging uitgesproken is, is hij al verleden tijd, toch? En waarom lees ik ook alweer de krant?

Ik weet het niet meer. Ik ben alles vergeten. Of ben ik alleen dat wat niet van belang is vergeten?
De temperatuur van de wang of hoe de koffie aanvoelde aan mijn tong. Hoe ik aan die brandwond kom en op welke dag dit precies was . Of de honing biologisch was of niet. Het was het was het was.

Ik was het vergeten. Ik ben het vergeten. Ik zou het kunnen vergeten, in de toekomst. Als ik een ander leven leid en niet meer weet of de snor bruin was of rossig en ook niet meer kan bedenken of dit eigenlijk belangrijk was. Toentertijd wel? Cijfers en letters en geuren, vormen een doolhof in mijn hoofd en ik probeer de informatie te filteren en te categoriseren in ‘LEUK’ en ‘NIET LEUK’.

‘NIET LEUK’ bevat dan dingen als trappen in een hondendrol en je branden aan de oven, of een akelig beeld niet kunnen vergeten en jezelf iets nooit meer vergeven  of een slappe hand geven aan de liefde van je leven als je hem voor het eerst ontmoet. En ook nog ergere dingen dan dat.

‘LEUK’ bevat dan bijvoorbeeld dat je héél lekker eet als je héél lang hebt gewacht op je eten, of spontaan een mooie bos bloemen plukken, of liever; krijgen. En bijvoorbeeld hoe zijn kusjes proefden en hoe hij naar me keek als hij ze gaf en onder LEUK valt ook af en toe jezelf onderdompelen in een web aan herinneringen en alle categorieën afgaan en even niet denken aan wat de fuck er allemaal vandaag of morgen zal gebeuren. Ik geef er een trap tegenaan en ik bouw een grote tijdmachine die me in een historisch kostuum kan hijsen en dan zeg ik; ‘Toedels!’

vrijdag, september 26, 2014

Bedlampje

Behaaglijk en knus in mijn herinnering. Met een vleugje spanning hier en daar over eventuele aanwezigheid en zichtbaarheid. Onzichtbaar onder de dekens als je er was en verstoppen onder de dekens nu je er niet bent. Die afstand, groot in mijn hoofd en klein in werkelijkheid.

Een trein met een boterham of één telefoongesprek. Een fietstocht in de regen of een saldo in de min. Ik vind het niet erg, wil ik je zeggen, ik vind het niet erg veel te betalen. Jouw gezicht in de tijd verwaterd en met een klik weer in mijn zicht, als ik wil. Jouw gezicht in mijn hoofd verzonken en in gedachten, als een uitgeknipt hoofd met een punaise in mijn voorhoofd, want, daarom. Dat wil ik.

Een treinrit met één boterham of één wandeling met een fiets met een lekke band in mijn hand, of mijn enkel verzwikt en mijn telefoon laten vallen op het steen van de grond. En mijn portemonnee gejat en mijn appel weggegeven aan een zwerver toen ik nog geen honger had. Of vertraging met de trein en mijn andere plan skippen want het maakt niet uit, het maakt niet uit, ik kruip door modder als het moet om jouw hoofd van digitaal naar warm te krijgen, jouw stem van daar naar hier te reizen. 

Zoektocht naar de juiste afstand, zoektocht naar de juiste rit om maar één wang te kunnen ontvangen en de kaart met kilometers te vergeten.Één weg, slechts één voet. Maat boot het liefst. Maar één hand, op de deurbel en jouw lach in mijn oor en jouw hand in mijn heup en jouw ontbijt op mijn bord.

Één voet, één weg. Één klik. Één kick van jou in de juiste richting. Om de veiligheid te verkleinen en het risico te zoeken, met een zaklamp of een bouwlamp. Met een kompas en met een ov-chipkaart en met een kilometer speling zou ik nog akkoord gaan en zou ik vragen om babystapjes in de richting van het noorden, waar de zon toch heel veel schijnt?

Het wordt herfst en het wordt koud en ik ben koud en het klikken ben ik behoorlijk zat. Witte schermen, muffe beelden, zwarte muizen. Ik schrijf woorden en ik schrijf maar en ik typ maar, maar ik zeg niks. Ik weet niet hoe mijn stem galmt, als ik praat. Ik weet niet meer hoe de stroom uit valt en hoe de elektriciteit uit gaat en hoe ergens anders het licht aan kan. Ik weet niet meer hoe jouw stem klinkt en hoeveel jij warmte gaf. 

dinsdag, september 16, 2014

Gedachte-experiment

Rood en blauw maakt samen paars en met nog een kleurtje erbij bruinig en dat moeten we niet hebben. Een beetje kleur in het leven is fijn, maar te veel kleur betekent te veel keus of te veel kennis en daar raken we van in de war, want wanneer loopt één vaatje kennis over in het andere vaatje kennis of wanneer is kunst geen kunst meer? Huh?

Goed, Rood en blauw maakt samen paars en paars is een goede kleur zolang het de juiste kleur paars is. Want ja, ook bij de kleur paars bestaan verschillende gradaties. Je hebt bijvoorbeeld lichtpaars, donkerpaars, middenpaars en leila. Hoewel leila weer vrij dicht bij lichtpaars komt en niemand het grote verschil eigenlijk kan benoemen want, wat is nu eigen het grote verschil tussen iemand iets leren en iemand iets aanleren? Een beetje wit erbij en je doet mensen het licht zien, maar waar haal je dit wit vandaan?

Blauw en rood maakt samen paars. Want, blijkt uit vele ervaringen, soms maakt de volgorde ook uit. Maar, dit is dan weer geheel afhankelijk van de context waar wij ons in bevinden en de vragen die gesteld worden, maar vooral; of het open vragen zijn of gesloten vragen. Gesloten vragen leiden vaak tot situaties waarin eerst blauw komt en dan rood, en open vragen kunnen leiden tot een regenboog aan blauw- en roodtinten, maar meestal dan wel binnen een diameten van 3.5.

3.5 meter. of centimeter, voetstappen of bilspleten, dat is dan weer afhankelijk van de omgevingsfactoren.

Blauw alleen is te veel van het ene, en alleen rood geeft veel te weing bewegingsvrijheid dus moet je een formulering zoeken die de mogelijkheid geeft tot veel meer gedachte-experimenten en visualisaties en conceptueel denken in groepen, dan wel alleen. Een mindmap van de regenboog, waar ook leila een plek kan krijgen en ieder individu naar zijn persoonlijke voorkeur een mooie drol kan leggen.


Stel dat er geen rood of blauw zou zijn in deze wereld, dan zouden alle andere kleuren (bijvoorbeeld, groen, geel, oranje en roze) moeten leiden tot een bruinkleurig geheel. En als we onze pretenties en vooroordelen even achterwege laten en er even doorheen prikken, dan zullen we zien dat dit geheel zo slecht nog niet is. 

donderdag, september 11, 2014

Slappe bak

Ik hou niet zo van oploskoffie. Het voelt niet als iets waar ik echt van zou moeten genieten. Een beetje poeder in een kopje en een plensje water er over heen. Zo’n zelfde soort plensje als je over je heen krijgt als je onder een boom door fietst als het net geregent heeft en er ineens een rukwind voorbij komt.

Het glas lijkt halfvol vanaf hier maar het is toch vrij leeg allemaal. Een zoete, rijke limonade met de geur van verse aarbeien met een vleugje limoen, maar je moet die kraan maar laten lopen en lopen en lopen. Je krijgt er geen slok van. Geen goede volle mond. Geen bolle wangen waar je de limonade als een sliert kan uitspugen door één klap op beide wangen.

Verleden week trok ik een pluk haar uit het doucheputje. Dit was pas nadat de badkamer en de keuken en het hele huis overstroomd waren. De bank en kasten en de tafels en de kussentjes op de bank, alles was nat en bedekt met shampoo en ook de stofzuiger heeft de waterramp niet overleefd. Een verstopping in je huis, dat is niet niks. Dat roert net niet lekker door allemaal.

Het water ligt stil en wacht op een aardverschuiving of een windvlaag of een boot die voorbij komt en die olie achterlaat in een lange, slingerende sliert, waarin de vogels verstrikt raken. En dan krijgen zij alle kleuren van de regenboog op een bedje van zwart en als de zon erop schijnt zie je dit pas extra goed. Uiteindelijk zullen deze vogels, en andere dieren in de zee, sterven, maar dan gebeurt er tenminste iets. Iiiiets!

Sink hole, ik lig in mijn bed! Neem mijn huis maar mee vannacht! Dat lijkt me wel spannend, een avontuur in het binnenste van de aardkorst waar het donker is en muf ruikt en naar moestuin maar waar ik misschien wel continu zou moeten vechten voor mijn eigen bestaansrecht. Ik zou demonstreren en moeten protesteren en schreeuwen naar de heersende orde: IK NEEM GÉÉN GENOEGEN MET  UW OPLOSKOFFIE!


En daar in het binnenste van die aardkorst zou het mij niet zo makkelijke gemaakt worden en zou ik het niet kunnen laten bij een zalvende verantwoording naar mijzelf. En daar in het binnenste van die aardkorst zou het mij niet makkelijk gemaakt worden en zou ik het niet kunnen laten bij een narcistisch denkgoed en mij kunnen terugtrekken ergens in een stil hoekje met mijn yogamatje.

maandag, september 08, 2014

Ode

Ik heb voor mezelf besloten dat ik hier heel lang mag staan. In het midden van de kamer. Maar het duurt langer dan ik had verwacht en vlak voor het einde moet ik mezelf uiterst concentreren om er mee te stoppen. Om gewoon met mijn hand naar de waterkoker te reiken en mijn kopje vol te schenken. Om gewoon naar buiten te kijken met een blik op de wereld die heel scherp ziet wie er op straat loopt. Maar het duurt veel langer dan verwacht dus sta ik het mezelf toe.

Een schaap in een weiland, een zon, een fiets, een hand, in mijn hand. Een val op het asfalt en een schram met bloed eruit maar geen ernstige. En dan hard gelach om mijn klunzigheid.

Een bloem in zijn hand in mijn neus gedrukt voor ik naar adem kan happen. Het stuifmeel kriebelt. Een hand door mijn haar, een hand in zijn zak die grijpt naar wat kleingeld voor ijs. Want daar hou je toch zo van?

Ik zeg hem dat ik niet per se van ijs houd, maar meer van het idee dat ik ijs kan nemen en mezelf kan verwennen met zoetigheid en dat als ik heel erg geniet van die zoetigheid, het niet meteen zal verdwijnen in mijn billen en ik vertel hem ook dat ik eigenlijk veel meer houd van ijs, als dessert na een drie-gangen kerstdiner en hij zegt dat hij het onthouden zal.

Hij zegt tegen mij, je bent een vieze romanticus. Ik vertel hem dat ik houd van mannen in pak en hij zegt dat hij het onthouden zal.

In de woonkamer wordt het donker en ik sta er nog steeds. Mijn blaas staat op knappen maar ik geef niet op, want het is nog niet af, het verhaal. Ik schrijf de woorden in mijn hoofd in kleine fotootjes en beschrijf ze tot in de details zodat mijn hersenen er een kloppend plaatje van kunnen maken. De plaatjes zijn vol met handelingen en locaties en een warm gevoel maar de gezichten zijn vaag en onherkenbaar. Zelfs mijn eigen gezicht is niet zichtbaar en ik voel in het echte leven, in de kamer, aan mijn neus, of hij er nog zit en ik beweeg door de kamer en ik pak een wattenstaafje en voel dat mijn oren er nog zitten in het echte leven.

In mijn hoofd heb ik geen oren nodig want de monden bewegen alleen maar, er is geen geluid. Geen lage stem die zegt; ‘Ik vind jou het grappigste meisje dat ik ooit heb gezien’, alleen de klank van mijn eigen, die mij informeert dat ik al een tijdje geen goede grap meer heb gemaakt in dit schrijfsel.

Ik probeer zijn lippen te lezen maar ik moet toegeven dat ik er niet zo goed in ben. In mijn dromen ben ik altijd de beste, daarom hou ik er zo van. Ik doe mijn ogen dicht en grijns van oor tot oor.