Zij kan niet zonder een jas. Zij drinkt graag thee en draagt
een jas, wanneer zij maar wil. Koud of warm, winter of zomer. Een jas. Een jas
houdt haar in haar sas. Dat zeg ik vaak op dagen dat ik de behoefte voel om te
rijmen. Vandaag is niet per se zo’n dag maar toch heb ik het gezegd. Soms zeg
of doe ik tegenstrijdige dingen, veelal op dagen dat ik de behoefte voel een
beetje te rebelleren.
Vandaag is zeker geen dag om te rebelleren maar toch voelt
zij het kriebelen, onder haar jas. Zij heeft geeneens een wollen jas en toch
kriebelt het, het gevoel. Het gevoel doet een heleboel, zeg ik vaak op dagen
dat ik de behoefte voel op het eerste gezicht onzinnige woorden op papier te
zetten. Vandaag is niet per se zo’n dag maar toch doe ik het. Ik doe vaak
dingen anders dan dat ik ze verkondig, veelal op momenten dat zij niet zo goed
weet wat ze met zichzelf aan moet.
Vandaag is absoluut niet zo’n dag dat ze niet weet wat ze
met zichzelf aan moet, en toch lijken de onzinnigheden elkaar op te volgen. De een
na de ander. Dit gebeurt veelal op dagen dat zij geen jas draagt en het
ongelofelijk koud heeft gedurende verplichte activiteiten en er her en der
gestrooid wordt met het eerste en het derde enkelvoudige voornaamwoord.
Het is nooit haar bedoeling geweest met dergelijke woorden
te strooien, en ook niet met andere soorten, maar soms roept de dag dit in haar
op en voelt zij zich zo intens alleen dat willekeurige woorden het alles kunnen
verzachten. Zij trekt het liefst haar jas aan op zoek naar de warmte van
anderen.