Ik plof op de bank. Het blijft stil in mijn hoofd en in mijn
huis en het enige wat ik hoor is het kraken van dat snoeppapiertje in mijn
kontzak het moment dat mijn zitvlak de leren bank raakt. Ik wrijf even heen en
weer met mijn bil omdat ik het geluid best grappig vind en het moment dat ik
dit doe vind ik mijzelf alweer belachelijk.
Ik vind mijzelf wel vaker belachelijk de laatste tijd.
Vooral als ik soms, zonder duidelijk aanwijsbare reden, een clownsneus opzet.
Dit komt soms voor als ik thuis achter de laptop zit, maar dikwijls ook als ik
op de fiets stap om boodschappen te doen. In het begin werd ik defensief als
mensen mij langer dan vijf seconden aankeken met een vragend hoofd, maar later
dacht ik; ja, gelijk heb je. Ik vraag mij ook af waarom.
Ik vraag mijzelf heel vaak af waarom de laatste tijd.
Waarom? Waarom? Waarom? Waarom? Waarom? Waarom? Waarom? En soms gaat dit zelfs
nog langer door. Bijna alsof ik er helemaal geen grip meer op heb, op die
specifieke vraag. Waarom? Waarom? Ik vraag mijzelf het zo vaak af dat ik bijna
de tel kwijtraak.
Ik raak heel vaak de tel kwijt de laatste tijd. Dan begin ik
telkens weer opnieuw en halverwege weet ik niet meer waar ik nu eigenlijk was.
Meestal raak ik de tel kwijt als ik ’s nachts in slaap val, terwijl ik mij nog
zo had voorgenomen om deze keer wakker te blijven en verdomme een keer verder
te komen dan die eeuwige schapen. Mijn attitude op dit gebied komt me inmiddels
mijn neus uit.
Mijn attitude komt me op andere gebieden ook dikwijls mijn
neus uit. Dan voel ik iets kriebelen in een neusgat en het moment dat ik een
zakdoek wil pakken om het weg te snuiten, ligt het alweer op mijn schoot. Of op
mijn bordje. Open en bloot, voor iedereen om er naar te kijken. Dan ligt het
een beetje op mijn bordje en ook op jouw bordje om iets mee te doen en ik kan
er niets aan doen maar je moet er dan iets mee doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten