zaterdag, februari 26, 2011

Harry

Mijn droomhuis is sindskort geen huis meer maar een boot. Een woonboot om precies te zijn.

Nu is het natuurlijk bekend dat woonboten over het algemeen vrij prijzig zijn, maar daar heb ik geen realistisch benul van dus het feit dat ik deze demotiverende veronderstelling meermalen heb gehoord, laat ik even achterwege. Bovendien, een droomhuis als in een huis, in plaats van een woonboot, is ook gewoon duur hoor.

Daarbij kijk ik al meer dan een jaar uit op het slootje hierachter en je kan mij niet wijsmaken dat die brokstukken die ter hoogte van mijn huisnummer liggen onbetaalbaar zijn. Er komt nog net geen lucht vanaf. Ik wist in den beginne niet eens zeker of er mensen woonden, totdat ik op een zekere dag een baard zag schuifelen door het wrak.

Ik vind het altijd fascinerend om te zien hoe mensen hun huis kunnen inrichten als een schuur en zich daar nog comfortabel bij kunnen voelen ook. Verder heeft mijn overbuurman ook vrij weinig ramen en kan ik het heel goed begrijpen als hij 364 dagen in het jaar een slecht humeur heeft. De beste man lijkt geen daglicht te zien. In ieder geval niet overdag. Misschien is hij een vampier.

Ik kijk wel eens door het armzalige raampje naar binnen en dan zie ik de etalage van de kringloopwinkel. Soms met meneer zelf in beeld.

Harry leest heel veel boeken. Ik gluur altijd graag onbeschaamd bij mensen naar binnen en hij zit bijna  dagelijks te lezen en aan zijn baard te friemelen. Enerzijds vind ik het een vreselijk triest beeld; hij is oud en alleen, sloft wat rond in zijn rommeltuintje en heeft nooit bezoek. Anderzijds trekt deze stille manier van door het leven gaan mij wel. Zou een mens genoeg hebben aan enkel boeken?

Ik ga vaak op de bank zitten voor het raam met mijn eigen boek, als ik zie dat hij er weer zit. Dan zijn we toch een beetje met z’n tweetjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten