donderdag, februari 24, 2011

Hakuna matata

Soms heb ik de vreselijke angst dat iedereen, maar dan ook iedereen, slecht over mij praat. En vooral dat meerdere mensen, met elkaar, in bendes, collectief, slecht praten over mij. Waar dat vandaan komt mag Joost weten, maar ineens is het er dan, en kan ik het ook niet meer los laten.

Wat ik er uit zou kunnen halen is voor mij ook een mysterie. Tot nog toe heeft het er alleen maar voor gezorgd dat ik op 22-jarige leeftijd rugklachten heb en morgenochtend als een mummie ingetapet word en mijn voorrecht om vrij te kunnen bewegen voor de komende dagen verlies.

Zodra je, je bewegingsvrijheid verliest en daarmee een groot deel van de tijd geketend bent aan de bank of het bed ga je (hoe kan het ook anders) nadenken over de zin van het leven. Alsof je dat nog niet genoeg hebt gedaan. Je denkt voornamelijk aan alles wat misgaat (en mis is gegaan) en alles wat je niet hebt en wél wil. Heel fijn allemaal, maar na bijna anderhalve week is het enige wat ik nu wil dat mijn rug en lichaam weer zo soepeltjes bewegen als dat zij anderhalve week geleden nog deden en dat ik de wijde wereld in kan! Ik wil weer huppelend naar school en al touwtje springend naar de supermarkt kunnen. En ‘s ochtends als een veertje uit bed springen en al zingend en stuiterend mijn bakje yoghurt-cornflakes maken. Ja!

Maar, zoals iedereen weet; de geestelijke gemoedstoestand heeft invloed op de fysieke conditie en vice versa. Dat houdt in: zolang ik geen rust heb in mijn hoofd, zal ik geen rust hebben in mijn lichaam en blijft die verdomde spier zich (letterlijk en figuurlijk) stijf houden en zal hij mij tot last blijven tot in de eeuwigheid.

Waar komt die angst voor een frontje tegen mij dan toch vandaan en wat kan ik er, in hemelsnaam, aan doen?

Ik ben tot de beroerde conclusie gekomen dat ik beide vragen niet kan beantwoorden. Ik zal nooit weten waar het vandaan komt of waar het heen gaat en er helemaal nooit iets aan kunnen doen. Niks, Nada, Noppes. Ik heb mijzelf trouwens ook het idee rijker gemaakt dat ik aan heel veel dingen niets kan doen. Niks, Nada, Noppes.

Het enige wat ik kan doen is de tijd uitzitten en proberen te genieten van vindingrijke programma’s als ‘ready, steady, cook!’ en natuurlijk ‘Oprah. The farewell season’. Ondertussen drink ik liters kruidenthee, voel ik de verloren kilo’s er weer aan ploffen en pink ik af en toe een traantje weg, maar tussen alle lamlendige, machteloze en verdrietige uren door, voel ik dat ik steeds dichterbij het punt kom waarbij mijn levendige ik weer levendig, en zelfs springlevend , is en misschien wel sterker is dan ooit tevoren.

Dat gezegd hebbende wil ik hierbij graag mijn levensmotto met jullie delen: niets is echt moeilijk. En Joost mag het weten.

1 opmerking:

  1. Here here voor jouw motto! Je kan alles, als je maar wilt. En daarom niet onzeker doen he?! Bovendien: als mensen (slecht) over je praten heb je het pas echt gemaakt ;)

    BeantwoordenVerwijderen