maandag, november 12, 2012

God o God


Daar zit je dan. Met je nieuwe dingen. Met een lui oog draai je, je af en toe nog om. Peinzend en je afvragend en knikt dan uiteindelijk; ‘het is goed zo’.

Het is goed zo? Het kan niet beter. Al het andere is slechter. Niets kan tippen. Geen ding komt ook maar in de buurt van dit overdadige, belachelijke, geweldige dat zich hier voltrekt. De missies, ideeën, inspiraties, en nog meer van dat soort woorden, spatten uit je oren als rupsen die zich in je hoofd hebben gevestigd als parasieten en niet langer kunnen wachten tot zij…vlinder worden? Wat vreselijk artificieel om zogenaamd symbolisch te doen en dan met een bespottelijke vergelijking te komen. Nepkunstenaar.

Ik roer in mijn koffie en kijk nog eens goed om mij heen. Ik ben hier totaal onbekend. Met de ruimte, jazeker, met de ruimte ben ik nu bekend maar de afgelopen vierentwintig jaar was ik dit nog niet. Terwijl deze ruimte de afgelopen vierentwintig jaar al wel bestond. 

Ik gooi nog een extra zakje suiker in mijn koffie en neem een slok. Ik brand mijn bakkes. Lekker geforceerd weer, dit. Of is dat juist de bedoeling? Moet ik het opzoeken of komt het vanzelf naar mij toe? Moet ik er nog steeds voor werken, of kan ik er vanuit gaan dat al dit overdadigs, belachelijks en geweldigs mij blijft toelachen zolang ik er voor zorg dat mijn hart klopt en mijn bloed stroomt?

Daar zit je dan hoor, met je koffie en je nieuwe dingen. Lekker gestroomlijnd weer, dit. Gewoon doen alsof het allemaal maar blijft plenzen, blijft stortregenen en NEE ik doe mijn parapluutje niet open, ik loop graag door een natte wereld. Het liefst dansend en zingend en met een grijns op mijn gezicht, maar dat is van latere orde. Laat het maar lekker golven en vloeien en sijpelen en misschien alleen maar druppelen. Ik weet toch dat Demeter haar taak volbrengt. Ik weet toch dat haar dochter ooit weer terug zal moeten naar Hades en een wereld van jeu en jolijt weer ingewisseld zal worden voor die van het tegenovergestelde van jeu en jolijt.

Lekker schrijnend weer, dit. Ik ben ook maar een maatbeker.

zondag, november 04, 2012

Onbekommerd onverschillig


Vanochtend was mijn ontbijt een toetje. Vrij vreemd zou je misschien denken, maar dat is het natuurlijk niet
.
Tegenwoordig is vrij weinig nog vreemd. Tegenwoordig is het de tegenwoordige tijd waar je in leeft. Nu, hier, drift. En als iemand je vraagt waarom, zeg je gewoon; Je ne sais pas. Je ne sais pas waarom ik dat doe. En dat wordt dan heel niet vreemd gevonden.

Je ne sais pas waarom ik dat doe. Je ne sais pas waarom ik ontbijt met een toetje. Je ne sais pas gewoon niet.

Je ne sais pas waarom ik zei wat ik eerder zei en je ne sais pas ook niet waarom ik vroeg wat ik zojuist vroeg. Tu sais waarom je zo naar me staart?...Nou dan.

Drift. Oerdrift. Onverklaarbare oerdrift.

Daar hoef je, je in de tegenwoordige tijd schijnbaar niet voor te verontschuldigen. Je ne sais pas waarom je, je daarvoor zou moeten verontschuldigen.

Je ne sais pas waarom de mens elkaar opzoekt en afstoot. Je nes ais pas waarom jij en ik elkaar beter willen leren kennen. Je ne sais pas waarom ik geniet van een roze pudding in de ochtenduren.