Zoals Madelief woorden gebruikt om duidelijk te maken wat ze
wil zeggen, zal ik nooit kunnen. Als kind heb ik dit volgens mij ook nooit
gekund. Ondanks verhalen, ‘je was altijd een clowntje’ en ‘je kletste de oren
van ons kop’, kan ik niet geloven dat ik zo gevat geweest kan zijn als
Madelief. Misschien bij tijd en wijle.
Bij tijd en wijle kan ik nog steeds wel eens gevat zijn.
Mits ik in een goede bui ben. Mits de omstandigheden daar zijn en alle externe
factoren op hun best zijn en mijn geest op zijn meest dienstige en heldere
moment. Dan wil het nog wel eens lukken en opmerking te plaatsen die de boekjes
in zou kunnen. Helaas is daar over het algemeen niemand bij die de betreffende
opmerking dusdanig waardeert dat hij/zij ermee naar een uitgeverij stapt. Zo
een persoon is er toch nodig, wil je ooit geschiedenis schrijven. Zo iemand die
in jou, of in jouw woorden, ontdekking of onderzoek, waarde inziet en zich kan
indenken dat het van groot belang is voor anderen om te weten. Zo iemand spoort
jou dan aan om de publiciteit op te zoeken, of tipt jou aan een goede krant.
Tot nog toe ben ik nog niet aangespoord om de publiciteit op
te zoeken of getipt aan een goede krant en heb ik nog geen plekje gekregen in
de dikke Van Dalen, omdat het werkwoord ‘rijnen’ nog geen extreme trend is geworden
die niet meer uit de hedendaagse samenleving is weg te denken. Ik rijn, jij
rijnt, wij rijnen, wij hebben gerijnt.
Tot de meest gevatte opmerking komt, tot ik mijn eigen
werkwoord wordt, vermaak ik mij prima hier. En omdat ik inmiddels wel genoeg
veren in mijn kont heb gekregen voor mijn verhalen, bedacht ik mij dat het niet
al te schadelijk kon zijn misschien ook wat van mijn dichtkunsten online te
vertonen:
Rozen zijn rood, viooltjes zijn blauw
Dat grote geld, wanneer komt dat nou?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten