maandag, september 03, 2012

Infantiel en ongeschonden


Een kind neemt dingen waar hij trots op is, overal mee naar toe. Zo ontmoette ik laatst een meisje van vier, die van haar vol getatoeëerde papa een vuurrode lippenstift had gekregen. Die dag ging ze naar dierentuin Artis, en de lippenstift lag voor in haar fietsmandje. Zodat ze die af en toe even bij kon werken, vertelde ze. Ze hield de lippenstift in de lucht zodat ik hem goed kon bekijken.

‘Ga je de dieren dan ook rode lippenstift geven?’, vroeg ik het meisje. Eerst proestte ze het uit van het lachen en riep: ‘Neejoh!’. Maar toen ze zag dat ik bloedserieus was kwam ze terug op haar antwoord.

‘Ja, de apen en de olifant en óók de pinguïns’. Haar rechtervoetje schuifelde verlegen over de vloer.

‘Ga je dan over het hek klimmen?’, ging ik door en hiermee bracht ik het meisje op een idee. Haar ogen begonnen te glinsteren. ‘Jaa, en papa gaat ook over het hek klimmen samen met mij en dan gaan we ááálle dieren van de hele wereld lippenstift geven!’. Ik beaamde dat, dat een héél goed plan was, maar dat, dat ook wel héél veel werk was, om alle dieren van de wereld rode lippenstift te geven.

Het meisje keek nog eens naar de lippenstift in haar hand, haalde de dop eraf, draaide hem omhoog en lachte als een boer met kiespijn met haar mond dicht. De punt van rode klei glom een beetje van het zweten in haar handje. Het spul werd uiterst zorgvuldig aangebracht in de breedte op haar mond.

Hierna draaide ze de lippenstift weer naar binnen en deed de dop er weer op. Ze tuitte haar lippen naar mij. ‘Kijk!’ Riep ze enthousiast, en tuitte haar lippen nog eens extra hard, voor zover dat kan. ‘En morgen ga ik met papa naar Walibi en ’s avonds papatjes eten ook.’. ‘Heb je nog vakantie deze week?’ Vroeg ik het meisje, terwijl ze inmiddels een kinderdansje deed op de stoep. Met haar handen op haar heupjes en haar lippen getuit. Haar witblonde palmboom danste in de wind.

‘Jaa, ik ga volgende week naar school’ joelde ze terwijl ze nu de bel op het stuur van haar fiets had ontdekt. Het kinderdansje werd nu begeleid door een vrolijk en a-ritmisch getingel van haar grote roze fietsbel.

Ik stond op van mijn koffie en deed mijn rugzak om. ‘Aangenaam kennis met je te maken. Ik moet nu gaan. Ik ga nu namelijk ook naar school.’

Het meisje keek me verbaasd aan en zei, alsof ik haar in de zeik nam en ze wilde laten weten dat ze hier absoluut niet in ging trappen ‘Neeee, jij gaat zeker werken’. ‘Nee hoor’, zei ik tegen het meisje ‘Ik ga echt naar school’. Ik wees naar het gebouw een tiental meter verderop. ‘Daar!’.

Een lange stilte volgde. Het meisje keek mij verward aan en keek even ongemakkelijk naar de Mega Mindy sticker op het frame van haar fiets. Toen richtte ze zich ineens weer naar mij en zei met een grote glimlach; ‘De grote mensenschool?!’.

Ik knikte, en wenste haar een fijne dag in de dierentuin terwijl ik haar hand schudde. 

Trots liep ik weg. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten