Als het een doos eieren
was, dan was hij nu kapot, dacht ik, nadat ik op onhandige wijze mijn net
gekocht nieuwe wc-borstel op de grond had laten vallen. Het gebeurde omdat ik
ook twee tassen vasthad en een rol inpakpapier, en tegelijkertijd mijn fiets
van het slot probeerde te halen. Mijn slot is ietwat roestig, waardoor hij
iedere keer een extra zetje nodig heeft om open te gaan. Dat ene wijsvingertje
waarmee ik het slot naar mij toe moest trekken, was net het vingertje dat de rol
inpakpapier in balans hield. Nu klapte die dus tegen mijn stuur aan, waardoor
ik een onverwachte beweging maakte om ervoor te zorgen dat het inpakpapier niet
uit mijn handen zou glippen. Waardoor ik per ongeluk met mijn heup mijn fiets
weer een zetje gaf en die uit de loodlijn terecht kwam en richting de grond
dreigde te gaan.
Ik reikte naar de fiets
met mijn ene hand en naar de rol inpakpapier met mijn andere hand en daardoor
vergat ik hem. Ik vergat de wc-borstel compleet en met het opzwiepen van mijn
reikende arm gooide ik, als het ware, de borstel de lucht in. Alsof ik een
onderhandse bal gooide, maar dan zo een waarover je voelt dat je in eerste
instantie al geen controle had het moment dat je de bal de open lucht in
stuurt.
En daar ligt hij nu dan.
Op de parkeerplaats. Een kleine twee meter van me af maar net te ver om er met
mijn hand bij te kunnen vanaf de plek waar ik sta. Als het een doos eieren was,
dan was hij nu kapot. Ik ben eerlijk gezegd blij dat het geen doos eieren was.
Ik ben namelijk gek op eieren, dus in die zin is het een geluk dat het ‘slechts’
de wc-borstel was. Anderzijds zou je ook kunnen zeggen dat het vrij triest is
iets op de grond te laten vallen dat je zojuist nieuw gekocht hebt. Helemaal
iets dat je slechts één keer in de paar jaar nieuw koopt.
Terwijl ik daar stond te
kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel die daar zo lag op de parkeerplaats vroeg
ik mij af of ik niet beter een zwarte had kunnen kopen. Dat tekent toch iets
minder. Terwijl ik daar stond en overwoog om terug de winkel in te lopen en hem
om te ruilen vroeg ik mij af of dat eigenlijk wel zou mogen; een wc-borstel
ruilen. In mijn hoofd begon ik al een tirade tegen de cassiere en gooide ik
argumenten over tafel als ‘je kunt toch wel zien dat ik hem nog niet gebruikt
hebt?!’. Ook had ik bedacht dat ze mij waarschijnlijk niet meer zou herkennen
ook al was ik net nog bij haar kassa. Ik hoopte dat zou komen doordat cassieres
altijd naar beneden kijken en niet omdat ik zo’n tien in het dozijn ben.
Terwijl ik daar zo stond,
te kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel en het avond werd en het begon te
regenen vroeg ik mij af of iedereen maar één keer in de paar jaar een nieuwe
wc-borstel kocht of dat ik de enige was die dat deed. En dat ik dan nu werd
gezien als een vieze Nederlander.
Terwijl ik daar zo stond,
te kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel en het herfst werd en winter en weer
lente werd en toen zomer vroeg ik mij af wie de wc-borstel eigenlijk uitgevonden had en of hij op z’n minst miljonair
was geworden. Zodat hij altijd geld had voor een schoonmaakster en nooit meer
zijn eigen remsporen hoefde weg te werken met de ...
Ik raapte mijn fiets,
mijn tassen en de rol inpakpapier op en ik ging naar huis, wat gelukkig
dichtbij was, want ik had het koud. Koud van het denken. Koud van het jezelf afvragen.
En terwijl ik wegliep van de wc-borstel (ik had bedacht dat hij nu niet rein
genoeg meer was voor mijn billen) vroeg ik mij af of ik niet onnodig 84 cent
weggooide. En of 84 cent eigenlijk wel genoeg was voor een wc-borstel. En ik
vroeg mij af of ik mij eigenlijk niet aanstelde. Ik vroeg mij af of ik mij
eigenlijk niet aanstelde. Ik vroeg me af of ik mij eigenlijk niet aanstelde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten