donderdag, juli 14, 2016

Plee

Als het een doos eieren was, dan was hij nu kapot, dacht ik, nadat ik op onhandige wijze mijn net gekocht nieuwe wc-borstel op de grond had laten vallen. Het gebeurde omdat ik ook twee tassen vasthad en een rol inpakpapier, en tegelijkertijd mijn fiets van het slot probeerde te halen. Mijn slot is ietwat roestig, waardoor hij iedere keer een extra zetje nodig heeft om open te gaan. Dat ene wijsvingertje waarmee ik het slot naar mij toe moest trekken, was net het vingertje dat de rol inpakpapier in balans hield. Nu klapte die dus tegen mijn stuur aan, waardoor ik een onverwachte beweging maakte om ervoor te zorgen dat het inpakpapier niet uit mijn handen zou glippen. Waardoor ik per ongeluk met mijn heup mijn fiets weer een zetje gaf en die uit de loodlijn terecht kwam en richting de grond dreigde te gaan.

Ik reikte naar de fiets met mijn ene hand en naar de rol inpakpapier met mijn andere hand en daardoor vergat ik hem. Ik vergat de wc-borstel compleet en met het opzwiepen van mijn reikende arm gooide ik, als het ware, de borstel de lucht in. Alsof ik een onderhandse bal gooide, maar dan zo een waarover je voelt dat je in eerste instantie al geen controle had het moment dat je de bal de open lucht in stuurt.

En daar ligt hij nu dan. Op de parkeerplaats. Een kleine twee meter van me af maar net te ver om er met mijn hand bij te kunnen vanaf de plek waar ik sta. Als het een doos eieren was, dan was hij nu kapot. Ik ben eerlijk gezegd blij dat het geen doos eieren was. Ik ben namelijk gek op eieren, dus in die zin is het een geluk dat het ‘slechts’ de wc-borstel was. Anderzijds zou je ook kunnen zeggen dat het vrij triest is iets op de grond te laten vallen dat je zojuist nieuw gekocht hebt. Helemaal iets dat je slechts één keer in de paar jaar nieuw koopt.

Terwijl ik daar stond te kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel die daar zo lag op de parkeerplaats vroeg ik mij af of ik niet beter een zwarte had kunnen kopen. Dat tekent toch iets minder. Terwijl ik daar stond en overwoog om terug de winkel in te lopen en hem om te ruilen vroeg ik mij af of dat eigenlijk wel zou mogen; een wc-borstel ruilen. In mijn hoofd begon ik al een tirade tegen de cassiere en gooide ik argumenten over tafel als ‘je kunt toch wel zien dat ik hem nog niet gebruikt hebt?!’. Ook had ik bedacht dat ze mij waarschijnlijk niet meer zou herkennen ook al was ik net nog bij haar kassa. Ik hoopte dat zou komen doordat cassieres altijd naar beneden kijken en niet omdat ik zo’n tien in het dozijn ben.

Terwijl ik daar zo stond, te kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel en het avond werd en het begon te regenen vroeg ik mij af of iedereen maar één keer in de paar jaar een nieuwe wc-borstel kocht of dat ik de enige was die dat deed. En dat ik dan nu werd gezien als een vieze Nederlander.
Terwijl ik daar zo stond, te kijken naar mijn nieuwe witte wc-borstel en het herfst werd en winter en weer lente werd en toen zomer vroeg ik mij af wie de wc-borstel eigenlijk uitgevonden had en of hij op z’n minst miljonair was geworden. Zodat hij altijd geld had voor een schoonmaakster en nooit meer zijn eigen remsporen hoefde weg te werken met de ...

Ik raapte mijn fiets, mijn tassen en de rol inpakpapier op en ik ging naar huis, wat gelukkig dichtbij was, want ik had het koud. Koud van het denken. Koud van het jezelf afvragen. En terwijl ik wegliep van de wc-borstel (ik had bedacht dat hij nu niet rein genoeg meer was voor mijn billen) vroeg ik mij af of ik niet onnodig 84 cent weggooide. En of 84 cent eigenlijk wel genoeg was voor een wc-borstel. En ik vroeg mij af of ik mij eigenlijk niet aanstelde. Ik vroeg mij af of ik mij eigenlijk niet aanstelde. Ik vroeg me af of ik mij eigenlijk niet aanstelde


Geen opmerkingen:

Een reactie posten