Zijn hoofd zit vol. Ik zie het aan de frons op zijn gezicht,
met zijn overhemd in de trein en een bril. Hij leest een boek maar dat doet hij
niet echt. Zijn ogen kijken naar het knisperen van de krant en de brug waar we
over rijden.
Ik ben gewoon stil want volgens mij heeft hij dat momentje
nodig. Hier, je mag het hebben. Tussen de drukte van de mensen in pakken en
soms met tassen voor de vakantie. Een vouwfiets hier en daar. Straks stopt hij
zijn boek in zijn tas en loopt geduldig in de rij de trein uit. Wacht hij netjes
tot het zijn beurt is. Tot hij de treden van de trap mag betreden en een voet
kan zetten op het perron.
Om vervolgens een volgende trein in te stappen. Uren
onderweg met een frons op zijn voorhoofd. Met zijn overhemd en zijn bril en zijn
boek en zijn tas. En glimschoenen met een punt. Een keurig lijntje in zijn broek.
Zijn hoofd zit vol en ook de tweede trein is niet wat je noemt leeg. Hij zal
vast een poging doen een letter te lezen en zich te concentreren op een
bladzijde maar hij zal iedere keer weer opnieuw afdwalen.
Hij is uren onderweg maar waarheen weet ik niet want ik heb
hem in zijn reis allang verlaten. Waar hij is weet ik niet maar het maakt niet
uit want ik ben al treinen verder of nee ik zit op de fiets en trap lekker
hard door zonder om te kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten