Thuis doe ik alsof ik de rommel niet zie en eet ik met een
vieze vork. Mijn pannen zijn allemaal in gebruik dus construeer ik een maaltijd
waar geen enkele pan voor nodig is maar die wel vult want oh, wat hebben we
veel te doen! In de ochtend plakken mijn oogleden nog aan elkaar maar dit
verhelp ik vlug met een ijskoude douche en ik was mijn haren met lekkere zoete
shampoo waarbij het glazuur zowat van mijn tanden springt, ook al eet ik de
shampoo niet op.
Dááág! Land van de rupsen. Land van kippenvel op de fiets en
zon op mijn rug! Dag land van gekwetter en land van de stilte! Daag. Ik moet
weer aan het werk. Ik heb geen zin maar het moet want het leven moet. Slechts
in enkele gevallen moet je niet.
Dus het moet en ik sta op en ik geniet van de vijf minuten
frisse lucht ’s ochtends van mijn huis naar waar ik mijn fietstocht eindig. Ik adem
diep in, héél diep maar het lijkt in de verste verte niet op de lucht die ik
graag ruik. Ook al doe ik nog zo mijn best. Ik ruik heel veel mensen en bar
weinig zoute zee. Een vieze bruine bus komt langs.
Weer thuis eet ik een hele soep op en drink ik thee en doe
ik mijn best mijn vrije avond zo lang mogelijk te maken maar de minuten vliegen
voorbij als je luistert naar de geluiden van de stad door het open raam. Ik
denk aan de treinrit van die dag. Een man tegenover mij zat te knikkebollen in
zijn stoel. Ik wilde hem wakker schudden en die boot op gooien en zeggen: ‘DAAR
MOET JE ZIJN! GA DAN! GA!’. In de trein was geen open raam. In de trein was wel
airco gelukkig.
Ik denk dat ik héél hard blijf werken en héél hard ga sparen
en dan ga ik reizen in de wilde natuur en overal heen waar ik maar wil en de
huur van mijn kamer opzeggen zodat ik vrijheid heb. Ik ga planten eten en in
bomen slapen en bizons slachten en wie weet een vette beer. Het vlees wat ik
die avond niet opeet zal ik verstoppen zodat de carnivoren in de straat het
niet kunnen vinden. Ik zie al een gier rondjes cirkelen boven mijn hoofd. Blijkbaar
heb ik de wildernis niet overleefd en ben ik dood gegaan maar misschien komt er
dan wel een heel mooi boek over mij en uiteindelijk een film met mooie
natuurgebieden erin en toffe muziek. Dan ga ik dood als een legende en wie weet
wordt mijn blog wel gebundeld en word ik over tien jaar ‘een fragment’ in
zomergasten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten