vrijdag, mei 10, 2013

Woonst


Ik zeg niet dat ik erom heb gevraagd, maar er begint zich toch daadwerkelijk een patroon te ontwikkelen. Een ruit. Gevolgd door een cirkel, gevolg door een zaagtand. De zaagtand van het geluid van een viool. Zo ziet de geluidsgolf van een viool eruit, als een zaagtand. Wist je dat?

Die zaag is vrij scherp en de cirkel lijkt het niet meer te kunnen winnen van hem. De ruit heeft het sowieso al veel eerder opgegeven en doet niet eens meer een poging de zaag in te maken.

Zo heeft de zaagtand het welslagen behaald en is vrij om te zagen waar en wanneer hij wil. En in te zagen op wie hij in wil zagen. Met een hoge trillingsfrequentie baant de zaagtandgolf zich een weg door het gebied. Onderweg ruimt hij alles op zijn weg aan kant en ieder die bang is voor zijn scherpe gebit maakt zich uit de voeten, vertrekt met de benenwagen vóór een pijnlijke wond wordt toegebracht. Een opgewekt yabadabadoo kan er meestal ook niet van af en kort erna is het weer stil, koest, roerloos.

Zwijgzaam durven incidenteel de andere geluidsgolven zich te laten zien. Maar zodra zij crescendo maken vallen zij in het magnetisch veld van de verschrikkelijke zaagtand. De almachtige, bloedstollende, huiveringwekkende zaagtandgolf met zijn snerpende klanken die glazen doen breken en ook harten.

Fred Flinstone mocht blij zijn dat hij in de steentijd leefde, waar scissors en ander metalen gereedschap het niet gewonnen zouden hebben van zijn huis. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten