zondag, maart 09, 2014

Verkozen boven

Ik kwam al fluitend op de fiets aan in de straat waar mijn nieuwe huis woont, of nee, niet helemaal fluitend, meer zingend, want na jaren oefenen van het tuiten van mijn lippen krijg ik er nog steeds vrij weinig mooie klanken uit. Mijn stem doet het wat dat betreft beter. Soms brengt dit nogal ergernissen mee, gezien ik mij meermalen meer in een stemming voel om te fluiten dan om te zingen.

Afijn, ik fiets de straat in waar mijn huis zich bevind en op de stoep ontmoet ik een oudere man. Ik stap keurig van mijn fiets af want ik weet heel goed dat je op de stoep niet mag fietsen en in het bijzijn van ouderen hang ik graag de prettige jongere generatie uit. Ik stap af en ontmoet de man op de stoep. Of, ik bekijk hem.

Hij draagt een hoed en heeft een bos bloemen in zijn handen. Een bos bloemen die menig vrouw zou willen ontvangen. Hij draagt een hoed en heeft een bos bloemen vast en zijn hoofd kijkt naar zijn voeten. Ik kijk naar hem maar hij kijkt niet terug. Ik stop abrupt met schijnfluiten want, zie ik daar nu een traan over zijn wang rollen? Deze mooie, oude man, met een hoed op en een bos bloemen in zijn handen, huilt?

Beduusd vervolg ik mijn weg naar mijn voordeur en daar zie ik, op de eerste verdieping mijn oudere onderbuurvrouw staan. Op het balkon. Ze draagt een nachtjapon (of eigenlijk geen nachtjapon maar iets anders maar het beeld is mooier met nachtjapon) en kijkt in de verte de straat in. Ik dacht eerst dat ze naar mij keek, dat ze de jongere generatie goed in de gaten houdt als deze, misschien wel dronken en laveloos en compleet naar de haaien, thuiskomt, dus ik zeg haar beleefd goedenavond om te tonen dat ik helemaal nuchter ben, maar ze kijkt niet naar mij. Ze kijkt naar de man met de hoed en de bos bloemen en de traan.
Neuriënd, want, ik weet bij God niet meer of ik wil fluiten of zingen, sluit ik de deur en plaats mijn fiets in de schuur en laat mijn buurvrouw op het balkon achter. Als ik de sleutel in mijn eigen voordeur steek besef ik me dat dit dus zo’n liefde zou kunnen zijn.

Zo een waarvan de geschreven en uitgespeelde scène het mooiste is en de mensen in de zaal hun adem doet inhouden. Zo een waarvan je gaat fluiten als het goed komt en de mooiste blue jazz over zingt als het fout gaat. Zo een liefde die nooit meer een liefde zou kunnen zijn, hier in Amsterdam-Oost. Zo een liefde die mij dag na dag doet opstaan en mij motiveert om mijn stem te gebruiken.

Over stemmen gesproken, vergeer je je niet te oriënteren ihkv de gemeenteraadsverkiezingen? Je hebt nog anderhalve week.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten