zondag, maart 10, 2013

Elizabethaanse optiek


Hij zei tegen mij: ‘Je loenst een beetje’. Ik keek hem aan en vroeg me af of hij besefte wat hij zojuist tegen me gezegd had. Ik keek goed naar hem en probeerde iets te vinden in zijn gezicht waarover ik een soortgelijke opmerking kon maken. Ik kon niets vinden.

Het daaropvolgende uur heb ik geen flauw benul gehad van wáár ik was en met wie. Het enige waar ik aan kon denken was mijn linkeroog dat een beetje naar binnen keek en hoe het heeft kunnen gebeuren dat mijn ouders mij dat in de afgelopen vijfentwintig jaar zijn vergeten te vertellen. Laat staan vriendinnen, met wie ik al jaren lief en leed en tranen deel, en tutavondjes waarbij topjes worden geruild, elkaars haar vorm gegeven wordt en er goede raad aangaande make-up wordt uitgewisseld. Misschien hadden ze geen goede tip voor een meisje dat loenst, geen een die de optische illusie wekt dat ze niet loenst, of misschien hebben ze het me nooit durven zeggen omdat ze mij in die mooie bubbel wilden laten waar ik niet loens, nooit geloenst heb en in de toekomst nooit zal loensen.

Ik begin ineens mijn beeld over de harde wereld van de basisschool bij te stellen. Daar waar ik dacht dat kinderen onbeschoft eerlijk en hard waren en geen enkel moeite hebben om van ieder kleinigheidje een mogelijkheid om te pesten te maken, blijkt dat ze eigenlijk heel veel empathie hebben. Géén van hen heeft mij ooit schele genoemd of een grof, maar creatief, rijmpje naar mijn hoofd geroepen wanneer ik voorbij kwam op het schoolplein. Kennelijk hebben zij allen aangevoeld dat het heel pijnlijk zou zijn de spot te drijven met zo’n dubieus schoonheidsideaal en hebben zij, heel verstandig, hun mond gehouden.

Maar nu is het aanschouwen daar.

Kom! Kom op dan geesten! Ontvrouw mij hier, laat mij bekend worden met kennis over mijzelf die ik nog niet wist en laat mij van top tot teen vollopen met afstotelijke schoonheden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten