dinsdag, oktober 25, 2011

Tapas

Soms loopt bij de gedachte aan een bepaald soort voedsel het water je al in de mond. Of bij het praten over, of het weerzien van.

Dit overkomt mij als ik de koelkast opentrek en mijn emmertje knoflookolijven zie. Binnen een fractie van een seconde wordt mijn speekselaanmaak geactiveerd. Ik kan hier dan ook niet anders op reageren dan door zo’n olijf in mijn grote mond te stoppen. Of twee.

Zo kan het nog wel eens gebeuren dat ik op de meest vreemde tijden een dergelijk soort vrucht, in mijn ogen voornamelijk bedoeld als hap bij de borrel, naar binnen werk. Dit overkomt mij regelmatig zelfs nog vóór dat ik mijn ontbijt naar binnen heb gewerkt. Mijn bakje yoghurt-cruesli heeft dan een ietwat muffe smaak door de walm van knoflook die zich in mijn bakkes bevindt. Maar iedereen weet dat de combinatie van tandpasta/yoghurt ook geen favoriet is, dus geef ik toch de voorkeur aan zuivel met een uisoort i.p.v. zuivel met een fluorescerende gel met mentholsmaak.

De olijven zijn op voordat de klok überhaupt vijf slaat en zo nuttig ik mijn wijntje dan wel biertje regelmatig zonder een zoutje erbij. Op een dergelijk moment voel ik mij zeer spijtig over het feit dat ik ‘sterk’ ben geweest in de supermarkt door die zak chips in het schap te laten liggen, terwijl ik weliswaar met honger door de gangpaden liep. Heel knap van mij maar later op de dag knap klote omdat ik het borrelen nu met geen mogelijkheid meer als compleet zou kunnen ervaren.

God, wat heb ik nu zin in een zakje uiringen. En augurken met chocopasta en speculaas met een klodder pesto en doorgekookte en flink gezoute spinazie met een dikke berg jam erbij! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten