dinsdag, januari 29, 2013

Binnenhuisarchitectuur


Ik geloof dat ik gek word. Ik denk dat ik mezelf in driehonderdenvijftig kleine stukjes moet hakken om het allemaal mee te kunnen maken en zelfs dan kan ik nog niet alles zien, doen, zeggen, beleven of meemaken wat ik graag zou willen. Heeft iemand een oplossing voor overmatig enthousiasme? Een stop op de kraan der inspiraties of gewoon een werkend medicijn dat de geestdrift en bevlogenheid iets kan temmen? Geef me een pil en zegt tegen me dat het werkt en ik zal erin geloven en dan zal het werken ook.

Ik stap de winkel in en koop een boekje. Een boekje met lege lijntjes erin, dus eerder een schriftje. Maar dan met een harde kaft, zodat wat erin staat beschermd blijft. Zo’n boekje dat wel een tijdje meegaat. Ik koop vlak erna nog een boekje want, wat erin komt te staan blijk ik te gaan categoriseren. En er blijken ook nog eens veel meer categorieën te zijn dan voor mogelijk te houden. Het blijkt vaak ook moeilijk om een object of een geval überhaupt te categoriseren. Hou op.

Maar als je dit niet doet, onderbrengen en rubriceren, komt alles op hetzelfde plekje en dan kan je later met geen mogelijkheid meer iets terug vinden wat je op dat moment nodig hebt. Dan heb je slechts de herinnering en heb je uiteindelijk weinig gehad aan het lege-lijntjes boekje. Dan kun je bij voorbaat misschien maar beter een boekje kopen met ruitjes. En misschien kan je dan ook maar beter terug gaan naar stap één, namelijk het schriftje. Zodat je jezelf nog niet definitief hoeft te koppelen aan de woordjes die je allemaal opschrijft. Als de kaft van het schriftje dan vergaan is, of er is per ongeluk een glas cola overheen gevallen, dan hoef je je niet schuldig te voelen, dat je het weggooit.

Je zou ook een extra plank op kunnen hangen om alle schriftjes met zachte kaften, en schriftjes met harde kaften op te stationeren. Misschien kun je dan beter toch een afgesloten kast kopen, zodat wat er in staat beschermd blijft. En misschien moet je er dan toch ook maar een slotje op doen. Met een beveiligingscode. En dat je die code dan op een post-it schrijft die je geeft aan een goede vriend. En dat de inbreker alleen kan achterhalen wat er in die kast aan moois verstopt zit als hij weet bij wie hij moet zijn.

In mijn huis zal die inbreker niet eens in de buurt van die kast komen, of ik heb hem al op zijn hoofd geslagen met een koekenpan. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten