Ik vind het heerlijk om in mijn oren te prikken. Zo, met een
wattenstaafje erin. Vind ik héérlijk. Doe ik bijna elke dag. Het is een soort
van verslaving geworden. Ik weet natuurlijk dat, dat uiterst gevaarlijk is en
dat ik mijn trommelvlies ermee kan beschadigen maar dat weerhoudt me er niet
van het te doen. Zeg maar tegen een cocaïnesnuiver dat het gebruik ervan zijn hartslag
onnatuurlijk omhoog zwiept en dat hij eraan kan overlijden. Dat maakt hem
helemaal niets uit. Doet-ie het gewoon alsnog.
Dus elke dag prik ik, meestal na het douchen, voor de lezer
die van details houdt, lekker met een wattenstaafje in mijn oor. En dan draai
ik hem rond. Ik begin in de schelp van mijn oor en dan ga ik via het
glijbaantje in mijn oor zo die gehoorgang in, in de richting van de buis van
Eustachius. Meestal is eerst mijn rechteroor aan de beurt en dan links. Soms ga
ik nog even terug naar rechts, omdat het dan bijvoorbeeld een beetje jeukt,
waar het wattenstaafje eerder zat.
En soms, por ik zó hard in mijn oor, dat ik ervan moet
hoesten. Kennelijk staat je oor ook op de een of andere manier in verbinding
met je keel. Dat is natuurlijk niet zo raar want, alles zit natuurlijk aan
elkaar vast. Je oor aan je hoofd en je hoofd aan je keel.
Dan por en draai ik zo hard in mijn oor’s gehoorgang dat ik
ervan moet hoesten. Op zo’n moment besef ik me natuurlijk ook wel dat mijn
verslaving veel te ver gaat, ik het niet meer onder controle heb en ik mijn eigen
gezondheid in gevaar breng. Maar een oor is nu eenmaal een heel interessant en
lichtelijk sexy, uitwendig orgaan. Vind je het leuk als ik de woorden sexy en
uitwendig orgaan in een zin gebruik?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten